h3 x chromosomale

X-Chromosomale kruisingen & intermediaire fenotypen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

X-Chromosomale kruisingen & intermediaire fenotypen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat een intermediaire kruising is.
  • Je kan gevolgen voor eigenschappen die op het X-Chromosoom beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een monohybride kruising?
A
Twee chromosomen kruisen
B
Nakomelingen maken en kijken wat er gebeurt in de genen.
C
Een kruising van 1 gen en kijkt hoe de kruising verloopt.
D
Het tegenovergestelde van een polohybride kruising

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Een roze bloem K(r)K(w) kruist met een witte bloem K(w)K(w). Wat is de kans op roze nakomelingen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Mensen hebben 22 chromosomen. Daarnaast hebben vrouwen en mannen nog geslachtschromosomen:
A
vrouw: XX man: YY
B
vrouw: YY man: XX
C
vrouw: XY man: XX
D
vrouw: XX man: XY

Slide 7 - Quizvraag

De Geslachtschromosomen
! Alle chromosomen hebben soms een X-vorm en soms een l vorm!

Slide 8 - Tekstslide

Het X-Chromosoom
  • Chromosoom 23
  • Normale afmeting
  • 1000 allelen
  • niet-geslachtsbepalende eigenschappen
  • Mannen + vrouwen hebben een actieve.

Slide 9 - Tekstslide

Het Y-Chromosoom
  • Kleinste chromosoom
  • 100 allelen
  • Coderen voor man-zijn
  • Exclusief in mannen

Slide 10 - Tekstslide

BOEIEND..?

Slide 11 - Tekstslide

Welk cijfer staat hier rechts?
A
8
B
5
C
9
D
7

Slide 12 - Quizvraag

Mag ik dit hier links doen in de klas?
A
Ja, natuurlijk.
B
Nee, foei.
C
Alleen tegen bepaalde docenten.
D
Alleen als de docent het niet ziet.

Slide 13 - Quizvraag

Kleurenblindheid.
  • Het allel waarmee je rood/groen onderscheidt ligt op het X-Chromosoom.
  • Dat heeft vooral voor mannen een onverwacht gevolg.

Slide 14 - Tekstslide

Denk mee..
  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is X-Chromosomaal.
  • Een kleurenblinde man en een homozygoot (niet-kleurenblinde) vrouw krijgen een kind.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de kans op kleurenblinde kinderen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is X-Chromosomaal.
  • Een kleurenblinde man en een heterozygoot (niet-kleurenblinde) vrouw krijgen een kind.

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel procent van de nakomelingen is kleurenblind?
A
25% alleen de mannen
B
25% alleen de vrouwen
C
50% mooi verdeeld
D
100% zowel mannen als vrouwen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is X-Chromosomaal.
  • Een kleurenziende man en een heterozygoot (niet-kleurenblinde) vrouw krijgen een kind

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel procent van de nakomelingen is kleurenblind?
A
0%
B
25% alleen de vrouwen
C
25% alleen de mannen
D
50% mannen en vrouwen

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

  • Het gen voor kleurenblindheid is recessief en is X-Chromosomaal.
  • Een kleurenziende man en een kleurenblinde vrouw krijgen een kind

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel procent is kleurenblind?
A
Niemand
B
alleen de vrouwen
C
Alleen de mannen
D
Iedereen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Conclusie:
Mannen hebben vaker last van X-chromosmale afwijkingen

  • Hemofilie (bloederziekte)
  • Ziekte van Duchenne (spierdystrofie)
  • Ichtyosis (verhoorningsstoornis

Slide 27 - Tekstslide

Stambomen
Stambomen

  • Geven erfelijkheid door de tijd weer
  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen

Slide 28 - Tekstslide

  • Stel je voor: de donkergekleurde eigenschap is X-chromosomaal en recessief. 
  • X-Chromosomaal dus X met een willekeurige letter (F)

Slide 29 - Tekstslide

Welke opties zijn er mogelijk voor persoon 5 als dit een man is?
A
XF Y-
B
Xf Y-
C
XF XF
D
XF Y- en Xf Y-

Slide 30 - Quizvraag

En nu..


  • Deadline om deze af te hebben is vrijdag. (Lever terug in op teams)
  • vrijdag gaan we de antwoorden overlopen

Slide 31 - Tekstslide