Dieren kun je ook klonen, bijvoorbeeld door embryosplitsing. Bij runderen wordt embryosplitsing toegepast als een bevruchte eicel zich een paar keer heeft gedeeld. Het klompje cellen wordt gesplitst in kleinere klompjes cellen. Daarna wordt elk klompje cellen in de baarmoeder van een draagkoe geplaatst. Daar groeit elk klompje cellen uit tot een kalf. Omdat alle kalveren zijn ontstaan uit dezelfde bevruchte eicel, hebben ze allemaal dezelfde erfelijke eigenschappen.