H1 §1snelle check!

H1 Democratisering van Nederland 1848 -1919
§1 koning en parlement
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H1 Democratisering van Nederland 1848 -1919
§1 koning en parlement

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de zin naar de juiste plaats. 
Juist
Onjuist
Vanaf 1815 koos de koning de Eerste kamer.
Vanaf 1815 kozen de Provinciale Staten de Eerste Kamer. 
Vanaf 1848 koos de koning de Eerste Kamer
Vanaf 1848 kozen de provinciale Staten de Eerste Kamer.

Slide 2 - Sleepvraag

In 1848 stemde koning Willem II in met een grondwetswijziging, omdat hij bang was zijn macht te verliezen.

Door welke gebeurtenissen was Willem II hiervoor bang geworden?

Slide 3 - Open vraag

Door de grondwet van 1848 werd de koning onschendbaar.

Wat betekent dat?
A
De koning neemt elk besluit en kan nooit een wet of een regel overtreden.
B
De ministers mogen een besluit niet met de koning overleggen.
C
De ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt of doet.
D
Mensen mogen de koning niet aanraken, tegenspreken of beledigen.

Slide 4 - Quizvraag

Leg kort uit wat de Luxemburgse kwestie is en wat die te maken heeft met de onschendbaarheid van de koning en ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 5 - Open vraag

Aan wie beloofde Willem III uiteindelijk dat hij de grondwet zou volgen?
A
Eerste kamer en de Tweede Kamer
B
Thorbecke
C
Eerste Kamer
D
Tweede Kamer

Slide 6 - Quizvraag

Wie zitten er in de regering?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het kabinet?

Slide 8 - Open vraag

Noem een ander woord voor Parlement.

Slide 9 - Open vraag

Hoe heet het kiesrecht dat er in 1848 werd ingevoerd?

Slide 10 - Open vraag

Wie mocht er stemmen bij het censuskiesrecht?

Slide 11 - Open vraag

Hoe heet het kiesstelsel dat in 1848 werd ingevoerd.

Slide 12 - Open vraag

Hoe heet het artikel dat in 1887 het censuskiesrecht verving?

Slide 13 - Open vraag