kinderboekenweek gr 34 wonen vroeger nu soorten woningen

kinderboekenweek gr 34
soorten huizen, huizen overal en wonen van vroeger tot nu 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

kinderboekenweek gr 34
soorten huizen, huizen overal en wonen van vroeger tot nu 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarschijnlijk woonden ze in tenten en hutten, gemaakt van stro en dierenhuiden. Ze zwierven in groepen door het land op zoek naar eten. De mannen gingen als er eten nodig was op jacht naar rendieren, zwijnen en hazen. Hun pijlen, speren en bogen maakten de jagers zelf
Heel vroeger woonden mensen niet op 1 plek.  Ze trokken steeds rond op zoek naar voedsel.  

Slide 8 - Tekstslide

boerderijen
De mensen werden slim, ze leerden hoe graan groeit en andere groente. Ze gingen niet meer op dieren jagen maar hielden dieren bij huis, koeien en schapen en geiten. 
Ze hadden nu tijd om huizen te bouwen en mooie vazen en potten te maken. 
De dieren woonden bij de boeren in huis.

Slide 9 - Tekstslide

dakdekker
Daken van huizen waren vaak van riet.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

wonen in een Romeinse villa
De Romeinen veroverden Zuid-Nederland. Rijke Romeinen woonden in Villa's

Slide 12 - Tekstslide

De Romeinen waren slim. Houten huizen en daken van riet gingen snel kapot. De Romeinen bouwden daarom huizen van baksteen en op het dak kwamen dakpannen.

Slide 13 - Tekstslide

tijdvak 3
De Romeinen verdwenen uit Nederland. In Nederland bleven vooral boeren. Om veilig te wonen gingen de boeren rond een kasteel wonen. De eerste kastelen werden ongeveer 1000 jaar geleden gebouwd en het waren niet meer dan houten gebouwen met een hek.

Slide 14 - Tekstslide

In de stad wonen
De straten in de middeleeuwse stad waren druk. Vol met mensen, dieren en omdat de huizen klein waren, bouwden mensen er als dat nodig was er een stuk aan. Ook zaten de ambachtslieden buiten op straat te werken.
De huizen waren meestal van hout. Dat was goedkoper dan steen. Maar ook veel brandbaarder. Als er één huis in brand ging, dan sloeg de vlam erg vaak over naar andere huizen.
Zo konden hele steden in vlammen opgaan! " het was gevaarlijk in de stad.

Slide 15 - Tekstslide

tijdvak 6 Tijd van Regenten en Vorsten
In Nederland komen veel rijke mensen. Ze verdienen hun geld met handel, ze kopen spullen in verre landen en verkopen die in Europa voor heel veel geld. De mensen die veel geld hebben, zoals koopmannen en ambachtslui, laten vaak een huis aan de gracht bouwen. Deze huizen zijn vaak groot en hebben en binnenplaatsje. De huizen zijn vaak smal en hoog,  De huizen van rijke mensen, zijn vaak mooier versierd .

Slide 16 - Tekstslide

Mensen hebben in die tijd een bedstee om in te wonen, een soort kamertje waar het bed in staat.

Slide 17 - Tekstslide

tijdvak 7
Koningen willen laten zien hoe belangrijk ze zijn, daarom gaan ze steeds grotere paleizen bouwen. Om iedereen te laten zien hoe rijk ze zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

toekomst ?
 wolkenkrabbers


Slide 20 - Tekstslide