Voorbeeld: Na de aanslag in oktober 2020 in Parijs doken er op Twitter verschillende foto’s op, waarop het leek dat ze na de aanslag waren genomen. Na een onderzoek van Pointer bleek dat de foto’s die gedeeld werden niets met de aanslag te maken hadden. De mensen die de foto retweetten, geloofden dat de foto’s waren genomen naar de aanslag. Zij hadden dus geen kwade bedoeling bij het delen, maar verspreidden onbedoeld wel onjuiste informatie.