Troublespeech

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Over de troublespeech en meer
  2. Voorbeelden van troublespeeches bekijken + opdrachten

(boeken vorige periode!!)
Op tafel: leesboek / pen en papier
Telefoon in ZAKKIE in tas

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert en herkent:

wat een troublespeech is
wat een kernboodschap is die overtuigt
hoe je ethos, pathos en logos inzet om te overtuigen
welke onderdelen een troublespeech bevat
waaraan een goede troublespeech moet voldoen.

Slide 3 - Tekstslide

Een casus
 Tikkie te veel*

Als minister van Financiën ben je altijd met van alles tegelijk bezig. Prinsjesdag is volgende week al en je bent druk bezig de rijksbegroting af te maken. Helaas is er dit jaar sprake van een groot tekort aan inkomsten. Je breekt er urenlang je hoofd over, maar een oplossing lijkt er niet te zijn. Je besluit je gedachten te verzetten met een leukere taak: de ministervakantie naar Thailand die jij zou organiseren. Je wilt snel boeken, dus je stuurt een Tikkie uit naar je collega’s: ‘Ministervakantie naar Thailand’. Helaas stuur je deze in je vermoeide toestand niet naar NLMinisters, maar naar NLAlert. Heel Nederland ontvangt een sms-bericht met de vraag om €500,- over te maken. Nog geen kwartier later verschijnen verwarrende berichten in de media over wat dit mysterieuze Tikkie te betekenen heeft. Jij kan je vlak voor Prinsjesdag natuurlijk absoluut geen schandaal veroorloven. Bovendien kunnen die miljoenen Tikkies jouw begrotingsprobleem in één klap oplossen. Op een met spoed ingelaste persconferentie vertel jij dat alle Nederlanders moeten betalen en waarom.

                                                                             -> bedenk een strategie om te overtuigen

Slide 4 - Tekstslide

Dit moet overtuigen

Slide 5 - Woordweb

Troublespeech
  • +- 2 minuten, daarna krijg je kritische vragen
  • Je leeft je in in de hoofdpersoon van je boek of je kiest een casus. Welke (problematische) keuze is er gemaakt en hoe praat je je uit de problemen? 
  • Probeer een ander frame te kiezen, waardoor het publiek anders naar het verhaal gaat kijken. Kies daarvoor een goede kernboodschap. Maak van het negatieve iets positief

  • Erken bijvoorbeeld dat er iets fout is gegaan, maar probeer ervoor te zorgen dat dit uiteindelijk niet jouw fout is of dat er omstandigheden waren waardoor jij er niets aan kon doen. 


Slide 6 - Tekstslide

Troublespeech
Beoordeling:
Inhoud en opbouw
Presentatie
Reactie op vragen

We gaan zo naar verschillende speeches kijken/luisteren. Noteer tijdens het luisteren: wat doet deze persoon goed? Wat kan beter? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opdracht
Bekijk de volgende filmpjes. Bespreek met elkaar de volgende vragen:
1. Wat is de trouble?
2. Welke strategie is gekozen
2. Wat is haar kernboodschap die een ander licht moet werpen op de zaak
3. Hoe wordt ethos, pathos en logos ingezet?

Slide 9 - Tekstslide

Retorica 
Voor een goede, overtuigende presentatie 
is er meer nodig dan een inhoudelijk sterk 
verhaal. 

De Griekse wijsgeer Aristoteles 
schreef hier in ong. 350 v. Chr. al 
een boek over: ‘De kunst van de retorica’.

 De spreker moet ethos, pathos en 
logos gebruiken (zie afbeeldingen). 


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Wanneer is een troublespeech goed?

Slide 15 - Open vraag

Wat moet je NIET doen in een troublespeech?

Slide 16 - Open vraag

Hulp?
Aantekeningen 
LessonUp
Docent

Klaar?
Begin met het uitschrijven van je speech 

Opdracht 
Lees in je boek en denk na of je al een 'trouble' kunt vinden (een keuze die verkeerd uitpakte) 
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Morgen
Verder met KERN, H20 en 21

Maak de vragen bij de tekst over de joker (argumentatiestructuren)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Presenteren: opbouw
Kop
In de kop (inleiding) van je verhaal grijp je de aandacht van je publiek en vertel je waar je presentatie over gaat. In de kop focus je op:

What’s in it for me?
De kernboodschap van je verhaal

Slide 20 - Tekstslide

Opbouw
Inleiding: 
publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving en je kernboodschap in een zin


Kern: 
situatie en kernboodschap verder toelichten en het pijnpunt verzachten/door de omstandigheden te verduidelijken of de schuld buiten jezelf te leggen, iets positiefs van de situatie maken
Slot: 
samenvatting/conclusie, publiek bedanken, uitsmijter



Slide 21 - Tekstslide