Geschiedenis V4 (gender) sprint 2

Geschiedenis klas 4 
Gender en geschiedenis
Voorbereiding:

In de les: 
- binnen = beginnen

Huiswerk volgende les: 
De groeiende invloed van de kerk en het christelijke geloof. 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis klas 4 
Gender en geschiedenis
Voorbereiding:

In de les: 
- binnen = beginnen

Huiswerk volgende les: 
De groeiende invloed van de kerk en het christelijke geloof. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht 
- Werk in tweetallen
- Welk beeld van (het verschil tussen) man en vrouw bestond er in de klassieke oudheid (tijdvak 2) en de vroege middeleeuwen (tijdvak 3). 
- Welk beeld bestaat er in onze huidige samenleving hierover? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Humorenleer & Elementen (Galenus)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerkende aspecten (tv 3 & 4) spelen hierbij een rol? 
9. Verspreiding van het christendom in Europa. 
15: Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 
16: De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe onder andere in de vorm van kruistochten

Rode draad: 

De groeiende invloed (politiek, cultureel, sociaal en economisch) van de Rooms-Katholieke kerk in Europa en zelfs daarbuiten. 





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloosterleven
  • Nonnen / monikken 





  • Klooster was groot complex met landerijen, school, ziekenzaal etc. 
Ze leefden in afzondering, volgens kloosterorde (regels). Ze mochten bijv geen bezit hebben, veel bidden en werken. 
Abt/Abdis was hoofd van het klooster.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de investituurstrijd

  • waar ligt het primaat? (hoogste gezag)
  • Strijd tussen Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Investituurstrijd 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 4: 
De investituurstrijd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Investituur
  • Gregorius VII: paus heeft primaat op aarde
  • Echter: keizer Hendrik IV benoemt bisschop van Milaan
  • Gevolg: Gregorius excommuniceert Hendrik IV
  • Gevolg: Duitse adel komt in opstand
  • Gevolg: Hendrik moet om vergeving smeken: Gang naar Canossa 
  • Investituurstrijd blijft tot 1122 oplaaien (Concordaat van Worms)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concordaat van Worms 1122 - ‘oplossing’ investituurstrijd 
  • Paus benoemt bisschop
  • Keizer kan wereldlijke macht geven aan bisschop, maar mag zich niet bemoeien met het benoemen van de geestelijke

Conclusie:
  • Geestelijkheid komt sterk uit deze machtsstrijd


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: 
HB blz. 63
WB blz. 45, opdr. 8 t/m 10 + Examentraining: opdr. 7. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis klas 4 
Gender en geschiedenis
Voorbereiding:

In de les: 
- binnen = beginnen; voorkennis





Huiswerk volgende les: 
De groeiende invloed van de kerk en het christelijke geloof. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerkende aspecten (tv 3 & 4) spelen hierbij een rol? 
9. Verspreiding van het christendom in Europa. 
15: Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 
16: De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe onder andere in de vorm van kruistochten

Rode draad: 

De groeiende invloed (politiek, cultureel, sociaal en economisch) van de Rooms-Katholieke kerk in Europa en zelfs daarbuiten





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten
KA17: De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe onder andere in de vorm van kruistochten

D.m.v. een kruistocht naar o.a. Jeruzalem verspreidde het christendom ( expansie ). 

Jeruzalem werd bloederig veroverd van de Moslims, maar later weer terug veroverd. 

Moslims en christenen voeren overal strijd. Kruistochten kennen religieuze en sociaal-economische redenen.
Tijd van steden en staten      1000 - 1500

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van steden en staten, 1000 - 1500
De eerste kruistocht
In 1096 stuurde Paus Urbanus II hoge ededelen en hun legers naar het Midden-Oosten om Jeruzalem te 'bevrijden' uit de handen van de moslims.

  • Trok je ten strijden dan werden je zonden vergeven.
  • Tienduizenden bewapende pelgrims gaan op 'kruistocht'
KA 16 - De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
God wil het! God wil het!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: 
HB blz. 63
WB blz. 45, opdr. 11 & 12 + Examentraining: opdr. 9. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis klas 4 
Tijdvak 5: Ontdekkers & Hervormers
Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- binnen = beginnen: renaissance; In hoeverre is het "gebeurd"?
- Uitleg + instructie
- Zelfstandig werken opdr. 
- afsluiting

Huiswerk volgende les: 

1

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crash Course: Renaissance

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Renaissance

Renaissance: wedergeboorte (van de Grieks/Romeinse kunst en cultuur)



Humanist: Geleerde uit de tijd van de renaissance die teksten uit de oudheid vertaalde. De weg naar kennis kon worden bereikt door onderwijs.





Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken kunst en architectuur in de Renaissance

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Humanisme
  • In de middeleeuwen wordt het denken van mens gedomineerd door de kerk

  • Door invloed van de Renaissance ontstaat het humanisme: 'geloof en bijbel niet meer de basis van denken, maar rationeel en kritisch denken met de mens als uitgangspunt'. 

  • Teruggrijpen op klassieke teksten (Romeinse, Griekse en oude Bijbelteksten)  

  • Ontstaan van een nieuw mensbeeld

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De middeleeuwen
500-1500
Momento Mori, bedenk dat je zult sterven.
Wij moeten goed leven voor het leven hierna.
Mensbeeld
De Renaissance
Wedergeboorte
vanaf 1500
Carpe diem! 
Pluk de dag!
Het leven op aarde mag er ook best zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Korte herhaling stof vorige week:
Tijd: 5 min
Nieuw Wereldbeeld
Copernicus formuleert een heliocentrisch wereldbeeld

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Copernicus

Niet de aarde, maar de zon is het stilstaand middelpunt van het heelal

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Gevolgen Renaissance
 (doel 5)
1. - De (schilder-) kunst en beeldhouwkunst: meer realisme,  perspectief en minder religieuze thematiek (oudheid) (Bijv. Michelangelo)

2. Architectuur: 
-  Elementen uit klassieke oudheid (zuilen, timpaan, koepels) 

3.  wetenschappelijke belangstelling:  
- De zon is centrum en de aarde draait om  de zon. (Heliocentrisch) 
- Ook aandacht voor anatomie en de natuur. 

4. Literatuur:  Humanisten bestudeerde klassieke geschriften. Gingen middeleeuwse Bijbelse verhalen na om te kijken of deze correct waren geschreven.  

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maken opdracht 5 t/m 8  (blz. 48 WB)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis klas 4 
Tijdvak 5: Ontdekkers & Hervormers
Voorbereiding:

In de les: 
- Binnen = beginnen: 
- Tekst & Uitleg
- Zelfstandig werken
- Bespreking & afsluiting


2
Binnen = Beginnen: 
Wat betekenen de volgende begrippen: 
- Renaissance
- Humanisten
- Memento Mori
- Carpe Diem

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten
KA21: De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Luther en Calvijn wilde hervormen, maar zorgde uiteindelijk tot een splitsing van de kerk(1517/1521): Reformatie begint.
Beide hervormers worden Protestanten,  elk met net een eigen invulling:
Luther                                                      Calvijn




Tijd van ontdekkers en hervormers   1500-1600

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrouwen in de (protestantse) kerk
Tijdvak 5: 
- tijd van ontdekkers en hervormers
- Tijd van explosieve uitwisseling
- Wat is de biblebelt? 
- Waarom wordt dat zo genoemd? 
- Wat is de rol van vrouwen in de (protestantse) kerk? 
- Wat was de rol van mannen in deze tijd? 
- Hoe kan je dat verklaren uit de bron over Luther?
- Hoe verhoudt dat zich tot hoe er naar het verschil tussen mannen en vrouwen werd gekeken (Oudheid en Middeleeuwen)?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

21: De Reformatie
Wat gebeurde er? 
- Kritiek op de kerk nam toe: de rijkdom en de macht van de kerk was niet te verenigen met wat er in de bijbel stond. 
- In de 15e eeuw steeds meer kritiek op leerstellingen en de aflaathandel van de katholieke kerk. 
- Dankzij de humanisten van de renaissance en de boekdrukkunst steeds meer verspreiding van deze ideeën. 
- Luther: 'Hoe kom ik in de hemel? ' --> Sola scriptura (Alleen de schrift)

Gevolgen: 
- Breuk tussen katholieke en protestantse kerk. 
- Godsdienstoorlogen. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luther
Calvijn

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk 
Blz. 48 wb: opdr. 17 t/m 19 & 21 t/m 24
Blz. 50: Examentraining; opdr. 2 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis klas 4 
Tijdvak 5: Ontdekkers & Hervormers
Voorbereiding:

In de les: 
- Binnen = beginnen: 
- PO 2 - instructie
- Lezen Bron: Karel ende Elegast. 
- Zelfstandig werken
- Bespreking & afsluiting


2
Binnen = Beginnen: 

- Pak een kopie van de tekst en begin met lezen. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start P.O. : Karel ende elegast
- Karelroman (Karel de Grote)
- Auteur onbekend
- Verhaal over een keizer die uit stelen gaat. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start P.O. sprint 1
- Maak groepen van 4. 
- Lees de P.O. goed door. 
- Verwerk de informatie van de bron in één gedeeld document.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid bepalen
1. persoon: 
wat weet je over de maker of kan je te weten komen? 
2. tijd: 
was de maker een tijdgenoot? Is dat een voor- of een nadeel? 
3. informatie; 
Was de schrijver goed op de hoogte, beschikte hij over veel informatie of niet? 
4. bedoeling; 
had de maker redenen  om de situatie anders voor te stellen dan
 ze werkelijk was. 
examen

...rekening houden met de betrouwbaarheid van de informatie, mede bepaald door bijvoorbeeld de aard van de bron, de context waarin deze is ontstaan, de mate van geïnformeerdheid van de maker, de standplaatsgebondenheid van de maker, de bedoeling van de maker, en het publiek waarvoor de bron bedoeld is. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid bepalen
1. persoon: 
wat weet je over de maker of kan je te weten komen? 
2. tijd: 
was de maker een tijdgenoot? Is dat een voor- of een nadeel? 
3. informatie; 
Was de schrijver goed op de hoogte, beschikte die over 
veel informatie of niet? 
4. bedoeling; 
had de maker redenen  om de situatie anders voor te stellen dan
 ze werkelijk was? 
100 % betrouwbaar
100 % onbetrouwbaar
Hier beginnen!!!

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Representativiteit
- Bijzondere/uitzonderlijke situatie of niet? 

Vraag jezelf af: 
- Zijn er méér bronnen die (ongeveer) hetzelfde beschrijven? 
- Beschrijft deze ene bron iets wat algemeen voorkwam? 
Examen: 
...rekening houden met de representativiteit van de informatie uit de bron, bijvoorbeeld: in hoeverre geldt dit voor meer mensen en meer situaties? 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen vermelden in je P.O. 
Wanneer plaats je een noot? 
- Je plaatst altijd een noot na: 
          • citaten en parafrases 
          • letterlijke opvatting van een andere auteur. 
          • informatie of feiten die obscuur is/zijn. 
          • informatie waarvan jij denkt dat de lezer het wil kunnen natrekken. 

 Waar plaats je een noot? 
          • De noten worden in de tekst geplaatst bij het uit te leggen woord of citaat, of, als de noot op de zin of een heel                  tekstgedeelte slaat, aan het einde van de zin/het tekstgedeelte. 
          • Laat de nummering van de noten doorlopen. 
          • De noten verschijnen onderaan de pagina  (voetnoot). 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen vermelden in je P.O. 
Wat staat er in een noot: 

In een noot staan alle benodigde gegevens over een bron of publicatie die nodig zijn om de aangehaalde mening of passage in dat werk terug te vinden. 

Bij een boek: Auteur, titel, (jaar en plaats van uitgave), bladzijdenummer. 
Artikel tijdschrift : Auteur, titel, tijdschrift, (jaar en plaats van uitgave), bladzijdenummer
Artikel website: Auteur, titel, URL 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies