K6: les 4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Biologie

Mevr. Zwijns

[e-mail]

Telefoons weg, aandacht erbij;

 We gaan beginnen!

Wat gaan we deze les doen?

• herhaalquizje
• K6 les 4 uitleg
• K6 les 4 opdracht 
• Uitleg PO
• Werken aan PO
• afsluiting les

quizizz.com

Na deze les kun je:

• de begrippen voedselweb en voedselketen omschrijven zodat duidelijk is wat het verschil is tussen beide begrippen.
  
• een voedselweb maken met daarin één of meerdere voedselketens.
  
• de begrippen producenten, consumenten en reducenten omschrijven.
  
• in een voedselweb (voorbeelden van) producenten, consumenten en reducenten aanwijzen
  
• uitleggen dat producenten aan fotosynthese doen en zo voedingsstoffen maken
  
• uitleggen dat alles wat leeft aan verbranding doet
  
• uitleggen wat verbranding en fotosynthese is en wie dit doen
  
• 
  

K8: Stevigheid & beweging

Start opdracht

Aan de slag!

Wat:	Zoek de verschillen
Hoe:	maak de uitgedeelde opdracht
Hulp nodig:	vraag je buur of vraag mij
Tijd:	10 min
Uitkomst:	je hebt de verschillen opgeschreven, we bespreken dit klassikaal
Klaar?	lees K6 les 1

Aan de slag!

Voedselkringloop

4 rijken 

cellen 

Planten zijn producenten

Planten maken hun eigen voedsel

Produceren betekent maken.

Planten maken glucose dit gebruiken ze als voedsel.

Planten maken ook zuurstof dit ademen wij in waardoor we niet doodgaan.

4 rijken 

cellen 

Planten zijn producenten

Dieren zijn consumenten

Consumeren betekent voedsel nuttigen

Consumenten eten andere dieren of planten op. 

Dieren doen niet aan fotosynthese maar wel aan verbranding.

Verbranding

Verbranding

• Alle organismen uit alle 4 de rijken doen aan verbranding.
• Het kan zowel in het licht als in het donker gebeuren, zodra een organisme stopt met verbranden gaat het organisme dood. 
• Planten doen dus aan allebei: fotosynthese in het licht, en verbranding in het donker. 

fotosynthese & verbranding

• Fotosynthese
  Koolstofdioxide + Water + Energie -> Glucose + Zuurstof
  
  
• Verbranding
  Glucose + Zuurstof -> Energie + Koolstofdioxide + Water
  
  
• Wat bij het ene ontstaat wordt gebruikt bij de andere!

4 rijken 

cellen 

Planten zijn producenten

Dieren zijn consumenten

Bacteriën en schimmels zijn reducenten

Reducenten zijn opruimers 

Reduceren betekent klein maken.

Reducenten verteren restanten 

van dode organismen.

Hierbij komen water en mineralen vrij

cellen 

Planten zijn producenten

Dieren zijn consumenten

Bacteriën en schimmels zijn reducenten

Voedselkringloop

Kringloop

Kringloop is met reducenten.

Voedselketen en voedselweb is zonder  reducenten!

PO K6

Het PO bestaat uit twee onderdelen:

1. het bezoeken van een bedrijf of instelling waar ‘levensprocessen’ centraal staan (2/3 van je cijfer)

2. beschrijven van een ecosysteem (1/3 van je cijfer)

In totaal telt het PO voor 1/3 mee voor je PO-SE cijfer.

Inleveren verslag: donderdag 8 juni

Aan de slag!

Wat:	Beschrijf een zelfgekozen ecosysteem met voedselweb beantwoord alle vragen die in het document in de classroom staan
Hoe:	gebruik chatGPT: "beschrijf in verhaalvorm een ecosysteem ..... en gebruik hierbij ten minste 15 soorten" OF zoek informatie op het internet van jouw gekozen ecosysteen
Uitkomst:	je hebt een voedselweb getekent je hebt alle vragen over het ecosysteem in je verslag beantwoord
Klaar?	lees K6 les 4 en maak bijbehorende vragen

Aan de slag met je PO!

Leerdoelen check

• de begrippen voedselweb en voedselketen omschrijven zodat duidelijk is wat het verschil is tussen beide begrippen.
  
• een voedselweb maken met daarin één of meerdere voedselketens.
  
• de begrippen producenten, consumenten en reducenten omschrijven.
  
• in een voedselweb (voorbeelden van) producenten, consumenten en reducenten aanwijzen
  
• uitleggen dat producenten aan fotosynthese doen en zo voedingsstoffen maken
  
• uitleggen dat alles wat leeft aan verbranding doet
  
• uitleggen wat verbranding en fotosynthese is en wie dit doen
  
• 
  

Huiswerk

K6 les 4: 'wat weet je nu' en 'examenvragen' maken

K10 toets bespreken

Aan de slag!

Wat:	Toets bespreken
Hoe:	Kijk goed welke vragen je fout had Snap je waarom?
Hulp nodig:	vraag je buur of vraag mij
Tijd:	10 min
Uitkomst:	je weet wat je de volgende keer beter kunt doen
Klaar?	lees K10 les 2

Aan de slag!