Herhaling H5

Hoofdstuk 5
Herhaling
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 5.1
Wat levert werken op?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een cao?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het brutoloon van Safan wordt 36,7% ingehouden voor loonbelasting en sociale premies. Zijn brutoloon is € 3.297.

Bereken het nettoloon van Safan.

Slide 6 - Open vraag

- € 3.297 : 100 x 36,7 = € 1.209,99.
- € 3.297 - € 1.209,99 = € 2.087,01

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het minimumloon ook alweer?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thomas heeft een voltijdbaan van 36 uur. Hij verdient € 3.459,45 per maand.

1. Bereken zijn weekloon.
2. Bereken zijn uurloon.

Slide 10 - Open vraag

€ 3.459,45 x 12 : 52 = € 1.153,15 per week.

Hoeveel verdient Thomas dan per uur?
 Paragraaf 5.2
Wat voor ondernemingen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke sector behoort dit beroep?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke sector behoort dit beroep?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke sector behoort dit beroep?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke sector behoort dit beroep?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Noem een voordeel van een vof.
Paragraaf 5.3
Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Wat kan de overheid doen om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten?
Paragraaf 5.4
Als je zonder werk zit.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan om welk soort werkloosheid het gaat.

Cindy heeft net haar mbo-diploma gehaald en zoekt nu een baan.
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan om welk soort werkloosheid het gaat.

De werkloosheid in Zuid-Holland is hoger dan het landelijk gemiddelde.
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan om welk soort werkloosheid het gaat.

Walter is skileraar in de Zwitserse Alpen.
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsdiensten, zoals het CBS, verhuisden in het verleden naar gebieden met weinig werkgelegenheid. Welke vorm van werkloosheid werd zo bestreden?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Oefenen voor het proefwerk:
  • Paragraaf 1: opdracht 11 en 15
  • Paragraaf 2: opdracht 2, 5 en 12
  • Paragraaf 3: -
  • Paragraaf 4: opdracht 6

  • Rekenopdracht 16

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies