de recensie in v5

De recensie
De Engelenmaker
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De recensie
De Engelenmaker

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

Na deze les weet je:
- waar je op moet letten tijdens het lezen;
- hoe de recensie-opdracht er (ongeveer) uit ziet;
- wat de criteria van Mooij zijn;


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het
boek 'De engelenmaker'?

Slide 3 - Woordweb

Eindopdracht
Jullie zijn nog aan het lezen, maar in  TW2 gaan jullie een recensie schrijven. Daarover nu meer.

Slide 4 - Tekstslide

recensie:
wie /wat /waar /hoe?

Slide 5 - Woordweb

Recensie 
Jullie recensie over De Engelenmaker is een schrijfopdracht: voorbereiding op V6, SE-2
Vorm én inhoud!
Aan de lay-out van je recensie herken je een vierdeling: titel/ inleiding/ middenstuk/ slot die door regels wit van elkaar gescheiden worden.

1. Titel 
2. Inleiding (één of twee alinea's)
3. Middenstuk (verschillende alinea’s)
4. Slot (één alinea)













Slide 6 - Tekstslide

Recensie
inhoud
Pakkende eerste zin! 
Mooie uitsmijter!

Middenstuk: criteria van Mooij



Slide 7 - Tekstslide

De inleiding
Een inleiding dient aantrekkelijk te zijn. Dat doe je onder meer door een pakkende openingszin te bedenken. Deze openingszin kan iets raadselachtigs hebben. Daarom legt de tweede zin van de inleiding uit wat je in de openingszin hebt bedoeld, je legt deze zin nader uit, of je voegt er iets aan toe door erover uit te wijden.
Een inleiding heeft als belangrijke functie het onderwerp te introduceren. Dat doe je door de schrijver en de titel van het te bespreken werk te noemen.
Vervolgens poneer je de stelling. Over die stelling hoef je niet ingewikkeld te doen. Beweren dat je het te bespreken werk gewoon goed (of niet, natuurlijk) vindt, is vaak al voldoende.



Slide 8 - Tekstslide

vervolg inleiding
Daarna kondig je het middenstuk aan:
- je noemt de argumenten (minstens drie van deze: een structureel, een realistisch, een moreel, een emotivistisch, een intentioneel, een stilistisch argument en een vernieuwingsargument) die je stelling zullen ondersteunen;
- je kondigt de  bespreking aan van enige bio- en bibliografische gegevens van de schrijver in relatie tot de tijd waarin het werk verschijnt én een literaire analyse van het werk.

Je inleiding telt ongeveer150 woorden.



Slide 9 - Tekstslide

Middenstuk
- alinea 1: informatie over de periode, de schrijver en zijn andere werk.
- alinea 2: je vat de inhoud in één alinea samen
- alinea 3: je bespreekt de verhaalanalyse: vertelperspectief/ tijd/ leidmotieven/ algemene motieven/ literair-historische oftewel specifieke motieven/ thema
- alinea 4: herhaling stelling + argument 1 + subargument (voorbeeld/ citaat/fragment)
- alinea 5: argument 2 + subargument
- alinea 6: argument 3 + subargument

Slide 10 - Tekstslide

CRITERIA MOOIJ ter beoordeling 
van literatuur en film
1. emotivistische: ik moest erom huilen, lachen, ik werd boos etc (EMOTIES)
2. realistische: dit verhaal is zo onwaarschijnlijk…/ ik vind het zo herkenbaar hoe de hoofdpersoon reageert/ tegenwoordig zie je toch nergens meer iemand die … (PSYCHOLOGISCH/ TIJD)
3. intentionele: de schrijver wilde ons duidelijk maken dat … / zo zei hij in interviews… (DOEL)
4. structurele: de vorm van dit verhaal is zo afwisselend dat je aandacht geen moment verflauwt. Zo ... (voorbeeld)
5. stilistische: de stijl is zo geestig dat je constant dubbel ligt. (HUMOR/ MOOIE TAAL) Citaat
6. morele: ik vind het een boek met een heel belangrijke boodschap (BOODSCHAP belangrijk/ vies (te veel seks bijv.))












Slide 11 - Tekstslide

Het slot

Slide 12 - Tekstslide

Check!
Je hebt in deze les geleerd:
- waarom we Max Havelaar (nog steeds!) lezen;
- hoe de roman is opgebouwd;
- hoe de recensie-opdracht eruit ziet;
- wat de criteria van Mooij zijn;
hoe je twee of meer van deze criteria kan formuleren

Slide 13 - Tekstslide

volgende les:
Neem een recensie van een roman mee.
Bij voorkeur uit de weekendbijlage van een grote landelijke krant.

Slide 14 - Tekstslide

en nu lekker lezen
- de oorspronkelijke uitgave;
- de hertaling;
- e-book
- luisterboek (met gedrukt boek erbij)
(De graphic novel mag je erbij lezen, maar niet als enig werk)

 

Slide 15 - Tekstslide