T4 Leren onderzoeken V

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Leren onderzoeken

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 68 t/m 74

Kennen/Kunnen

• Je kent het verschil tussen eenheden en grootheden
• Je kunt voorbeelden van eenheden en grootheden geven
• Je kunt 3 soorten grafieken herkennen en het nut van elke uitleggen
• Je kunt 3 manieren noemen die ervoor zorgen dat een experiment zo goed mogelijk wordt uitgevoerd

Wat gaan we doen?

• Kort herhalen
• Soorten onderzoek
• Hoe zet je een onderzoek op?
• Tijd voor hw
  
• Afsluiten

Huiswerkrad

Sluit je vast aan bij de les

Getallen

Straf

Huiswerk was: 1 t/m 10 blz. 37-42

Eenheid

Grootheid

lengte

meter

temperatuur

celsius

Liter

volume

kilogram

kilobyte

spanning

gewicht

massa

tijd

eeuw

snelheid

Lijngrafiek

Handig om verbanden/ontwikkelingen zichtbaar te maken.

Door de lijn kun je snel zien op welke momenten er iets interessants is gebeurt

Bijvoorbeeld groei, toename, afname

Op de x-as staat bijna altijd tijd (maar niet per se!)

Staafdiagram

Cirkeldiagram

Staafdiagram

Handig om hoeveelheden te laten zien en groepen te vergelijken.

Bij een staafdiagram kun je de verandering in de hoeveelheden laten zien. Of laten zien wat de aantallen van een bepaalde groep zijn.

Bijv.: hoeveelheid organismen in een bepaald gebied. Toename en afname van een groep organismen over een bepaalde tijd

Cirkeldiagram

Handig om percentages te laten zien.

Een cirkeldiagram laat zien uit welke kleinere groepen een grote groep bestaat. De 'taartpunten' maken zichtbaar hoe groot elk deel is.

Bijv. verdeling diergroepen binnen de gewervelden

Er wordt een experiment uitgevoerd door Cas. Op een bepaald moment zegt hij:
Ik verwacht dat de planten met cola het snelst groeien, omdat cola veel suiker bevat.
Welk deel van zijn verslag zou dit zijn?

1. Onderzoeksvraag
2. Hypothese
3. Werkwijze
4. Conclusie

Er wordt een experiment uitgevoerd door Cas. Op een bepaald moment zegt hij:
De planten met cola groeien in de eerste 2 dagen sneller dan de planten met water.
Welk deel van zijn verslag zou dit zijn?

1. Benodigdheden
2. Resultaten
3. Werkwijze
4. Conclusie

Een onderzoek uitvoeren

• Maak een werkplan (benodigheden, werkwijze)
• Bedenk hoe je het best resultaten kunt verkrijgen
• Let op de volgende 5 dingen:

Voldoende organismen

• Liever een experiment met 50 planten dan met 2
• Meer is beter!
• Waarom?

de factor 

Factor is de invloed die je onderzoekt:

1. Worden mensen vroeger wakker als het eerder licht wordt
2. Wordt een hond sneller als je hem alleen kippenvlees voert
3. Groeit een plant sneller door muziek?
4. Kunnen leerlingen zich beter concentreren in een ruimte met blauw licht

Proefgroep en Controlegroep

• Je kunt deze groepen vergelijken
• Proefgroep: Stel je bloot aan de factor die je onderzoekt
• Controlegroep: Stel je bloot aan de normale factoren

Maximaal 1 factor verschil

• Bij de proefgroep laat je alle factoren normaal, behalve 1
• Dit is de factor die je wil onderzoeken
• Waarom maar 1 factor?

Meetfouten

• Tijdens een onderzoek kan er van alles fout gaan:

1. De organismen zijn ziek geworden
2. Het weer was slechter dan verwacht
3. Je hebt foutjes gemaakt bij het starten van het experiment
4. Je hebt het experiment niet helemaal uitgevoerd zoals zou moeten
5. Je hebt niet alle gegevens precies bijgehouden
6. Je hebt perongeluk proefgroep en controlegroep met elkaar vermengd
7.  etc.

• dit beschrijf je in de Discussie

Wat gaat hier fout:
Sami voert een onderzoek uit met 40 planten. Hij onderzoekt of sinas invloed heeft op het groeien van de planten. Hiervoor geeft hij alle planten 3x per week sinas. Hij meet om de 2 dagen van elke plant wat de lengte ervan is.

1. Voldoende organismen
2. Maximaal 1 factor
3. Proefgroep/Controlegroep
4. Meetfouten

Wat gaat hier fout:
Louise voert een onderzoek uit met 40 leerlingen. Ze wil de invloed van geluid en licht onderzoeken op de concentratie. Ze deelt ze in in 2 groepen. Groep 1 krijgt de normale situatie, groep 2 met muziek en meer licht. Ze laat alle leerlingen een toets maken en kijkt hoe goed iedereen deze toets heeft gemaakt om te bepalen hoe de concentratie was.

1. Voldoende organismen
2. Maximaal 1 factor
3. Proefgroep/Controlegroep
4. Meetfouten

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 68 t/m 74
  
• Maken alle Opdr. op blz. 68-74

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 68 t/m 74
• Maken alle Opdr. op blz. 68-74

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Alle tafels recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval
• Tafels leeg