G4EC - Les 15/16 (17) (Levensloop H4)

Economie G4
Levensloop H4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie G4
Levensloop H4

Slide 1 - Tekstslide

            Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (programma op bord geschreven). 
Te laat? Haal een groene kaart, niet mopperen, hoort bij onze maatschappij, moet van Wim (en Arie :-)
Daar waar kan: 1,5 meter tussen mij en jullie. Ik vind jullie een beetje eng ;-) (en jullie mij?) 

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Vaker dit niet voor elkaar (volgens mijn grillen ;-)) -> uit de les, verwijderd/boeken vergeten melding
Device is keiharde noodzaak! Verder hou ik van technologie en ben ik een beetje hypocriet. Want hoewel ik mijn mobiel soms zal gebruiken wil ik die van jullie niet zien. Behalve als ik er expliciet naar vraag. Kan je er niet vanaf blijven? Dan mag het in de telefoontas. Ik wil ook niet waarschuwen, mobiel zien = van Wim tot einde van mijn lesdag, zonder mopperen.

Geen eten/drinken (flesje water is ok, geen kauwgum, blikjes cola, zakken chips, broodjes gezond...etc eten doe je 
in de pauze).
Elke regel, in het kader van Wim's wil is wet in het klaslokaal, die je met goede reden wil breken, bespreek je VOORAF.
Verder ben ik best redelijk.... Mijn afkorting is niet voor niets Kv (Knappe vent) (of knap vervelend). 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen H4



Spoorboekje

  • Introductie
  • Voorspelbaargedrag
  • Kopen/huren?!
  • Levensloop H4
  • Huiswerk

  • Leerdoelen check



Slide 3 - Tekstslide

Wat is een woning in de vrije sector?
A
een woning betaald met een lening van de bank
B
een woning met een huur boven de huurgrens
C
een woning voor mensen met een laag inkomen
D
een woning waar je eigenaar van wordt

Slide 4 - Quizvraag

Woningen met een lage huur, noem je
A
Vrije sector woningen
B
Lage huur woningen
C
Sociale huurwoningen
D
B- woningen

Slide 5 - Quizvraag

Vestia is een woningbouwvereniging of woningcorporatie. Wat is dat?
A
Instelling die sociale huurwoningen in een plaats bouwt, verhuurt en onderhoudt.
B
Woningen die samenwerken in een vereniging.
C
Vereniging waarin bewoners van sociale huurwoningen samenwerken.
D
Vereniging die woningen bouwt.

Slide 6 - Quizvraag

Komt op voor de belangen van iedereen die een eigen woning bezit of een eigen woning gaat kopen.
A
Consumentenbond
B
ANWB
C
Vereniging eigen huis
D
NIBUD

Slide 7 - Quizvraag

Voor de aanschaf van een woning maak je gebruik van :
A
een hypotheek
B
een doorlopend krediet
C
een persoonlijke lening
D
een onderhandse lening

Slide 8 - Quizvraag

Een woningcoörperatie verhuurt woningen in de vrije sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De huur van een woning is een ...
A
dagelijkse uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste last

Slide 10 - Quizvraag

De totale woningmarkt bestaat uit de totale vraag naar woningen en de totale aanbod naar woningen. De woning markt kan je weer verdelen in
A
huurwoningen & koopwoningen
B
huurwoningen & leasewoningen
C
leasewoningen & koopwoningen
D
Sociale woningen en vrije woningen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voordeel van het huren van een woning?
A
Je hoeft het niet schoon te maken
B
Je hoeft geen huur te betalen
C
Je hoeft de tuin niet netjes te houden.
D
Als het dak lekt, hoef jij het niet te maken.

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn te weinig woningen. Daarom is de prijs van een woning ........... dan wanneer er veel woningen zijn
A
Hoger
B
Lager

Slide 13 - Quizvraag

3. De waarde van je eigen woning.
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is allemaal van belang om af te wegen als je een woning wil huren of kopen?

Slide 16 - Woordweb

Opgaven maken
Opgaven volgens it's Learning, kijk maar eens
H4
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Ik vond de toets deze morgen

Slide 18 - Sleepvraag

Stroomgrootheid 
voorraadgrootheid

Slide 19 - Tekstslide

Het loon dat je op je bankrekening krijgt bijgeschreven voor je bijbaantje
A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 20 - Quizvraag

De aflossing van de lening voor je studie.
A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 21 - Quizvraag

Opofferingskosten
Wat zijn de opofferingskosten voor Fatima als zij haar tijd besteedt aan het koken in plaats van schoonmaken?

Fatima: koken = 6 uur / schoonmaken = 12 uur


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Absoluut en comparatief voordeel

Slide 24 - Tekstslide

Absoluut voordeel = de ene persoon kan een taak sneller of goedkoper uitvoeren.

Comparatief voordeel = iemand heeft een comparatief voordeel bij de taak waar hij in vergelijking met een ander het minst slecht in is.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wie heeft er een comparatief voordeel bij het schoonmaken?
A
Fatima
B
Roy

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wie heeft een absoluut voordeel bij koken?

A
Fatima
B
Roy

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen: check?

Learnbeat H3

Slide 30 - Tekstslide