Les 1 bb/gt

Les 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Introductie licht;
Doelen bespreken voor vandaag;​

Theoretische instructie paragraaf 1;​
Zelfstandig aan de slag;​
Terugblik op de les van vandaag.​


Slide 2 - Tekstslide

lees de paragraaf 
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen basis
6.1.1 Je kunt voorbeelden geven van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt beschrijven hoe je een lichtbron ziet.
6.1.3 Je kunt lichtstralen tekenen.
6.1.4 Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp ziet dat zelf geen licht geeft.

6.1.5 Je kunt uitleggen wat een lichtbundel is.
Leerdoelen kader/gl
6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen.
6.1.3 Je kunt uitleggen hoe je voorwerpen om je heen kunt zien die zelf geen licht
geven.
6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
6.1.5 Je kunt uitleggen welke schaduwbeelden ontstaan als een voorwerp verlicht
wordt door één lamp of door twee lampen.

Slide 4 - Tekstslide

Instructie 

Slide 5 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video/nieuws-uit-de-natuur-licht-en-kleur/
vanaf minuut 5.30

Slide 6 - Tekstslide

Lichtbron en Kunstmatige lichtbronnen​
 Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht geeft.​
Natuurlijke lichtbronnen zijn bijv. de zon en de sterren;​
Kunstmatige lichtbronnen, worden door de mens gemaakt.​

Slide 7 - Tekstslide

Lichtstralen​
Als een lamp brandt, straalt deze licht uit. Dit kun je aangeven, door de stralen te tekenen.​

Lichtstralen zijn altijd recht wat ze bewegen in rechte stralen. Hoe dichterbij je bent hoe sterker het licht is.​ 

Slide 8 - Tekstslide

dingen zien
lichtbronnen kun je zien omdat ze licht geven. Een lichtbron straalt licht uit, een lichtstraal is altijd een rechte lijn. 

lichtstralen kunnen dus niet om het hoekje kijken. Komen de lichtstralen in je oog, dan zie je de lichtbron

Slide 9 - Tekstslide

dingen zien
je kunt ook voorwerpen zien die zelf geen licht geven, deze voorwerpen kun je zien omdat ze wel worden verlicht door een lichtbron. Het voorwerp weerkaatst dan de lichtstralen die op het voorwerp komen. Deze lichtstralen komen weer in je ogen terecht.

Slide 10 - Tekstslide

Lichtbundels
Het lampje in de zaklamp geeft naar alle kanten licht. Maar de voorkant van de zaklamp is een smal gat. Lichtstralen kunnen alleen maar rechtdoor. Daardoor gaat het licht in één richting naar buiten. Uit de
zaklamp komt nu een lichtbundel

Slide 11 - Tekstslide

Basis aan de slag
Opdracht 1 t/m 18 blz. 63 t/m 69

Slide 12 - Tekstslide

Instructie kader

Slide 13 - Tekstslide

Diffuus teruggekaatst​
De meeste voorwerpen om ons heen geven geen licht. Wanneer er licht op het voorwerp valt, wordt dat in alle richten teruggekaatst. Bij natuurkunde spreek je dan over dat het licht diffuus is teruggekaatst.​

Een deel van het teruggekaatste licht valt dan in je oog.​

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Schaduw
Wanneer een voorwerp het licht van een lichtbron tegenhoudt ontstaat er een schaduw;​

Een schaduw is het gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen.​

Slide 16 - Tekstslide

Kernschaduw​
Wanneer een voorwerp door 1 lamp wordt verlicht krijg je een duidelijk schaduwbeeld, de overgang van licht naar donker is scherp;.


Als een voorwerp door 2 lampen wordt verlicht ontstaan er 2 schaduwbeelden. Op de plaats waar ze over elkaar heen vallen is het, het donkerst  kernschaduw

Slide 17 - Tekstslide

Halfschaduw
Aan beiden kanten van de kernschaduw zie je een lichtere schaduw. Dit is de halfschaduw. Het licht van de ene lamp kan er wel komen maar van de andere lamp niet.​

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Halfschaduw
Kernschaduw
Randstraal
Geeft de grens aan tussen licht en donker

Slide 20 - Tekstslide

Kader aan de slag

Opdracht 1 t/m 16 blz. 73 t/m 77

Slide 21 - Tekstslide

Lichtstralen bewegen:
A
golvend
B
naar de lichtbron toe
C
Recht
D
Soms golvend, soms recht

Slide 22 - Quizvraag

Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kun je:
A
alleen zien in fel zonlicht
B
altijd zien
C
nooit zien
D
zien als er licht op valt

Slide 23 - Quizvraag