TL4 Bijwoorden op -ly (adverbs)

Today:
- Grammatica uitleg:  Bijwoorden op -ly (ADVERBS)

- Writing an iformal email: What do you remember?
 
- The choice is yours:
  • extra schrijfopdracht
  • zelfstandig werken aan de Weektaak
  • extra oefenen Unit 3
Lesson goals
Aan het eind van deze les:
weet jij het verschil tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
weet jij hoe je bijwoorden op-ly moet maken en hoe jij ze op de juiste plaats in de zin moet gebruiken
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today:
- Grammatica uitleg:  Bijwoorden op -ly (ADVERBS)

- Writing an iformal email: What do you remember?
 
- The choice is yours:
  • extra schrijfopdracht
  • zelfstandig werken aan de Weektaak
  • extra oefenen Unit 3
Lesson goals
Aan het eind van deze les:
weet jij het verschil tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
weet jij hoe je bijwoorden op-ly moet maken en hoe jij ze op de juiste plaats in de zin moet gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

definition

Slide 4 - Tekstslide

My father is a careful driver.

  • In deze zin het woord 'careful' zegt iets over de eigenschap van een persoon (wat voor chauffeur is mijn vader?)
  • 'CAREFUL' is dus een bijvoeglijk naamwoord (adjective).
My father drives carefully.

  • In deze zin het woord 'carefully' zegt iets over hoe iemand iets doet (hoe rijdt mijn vader?)

  • 'CAREFULLY' is dus een bijwoord (adverb).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Check yourself
Complete the sentences by filling in the adverb:

Slide 10 - Tekstslide

I could [easily] lift this chair.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 11 - Quizvraag

This task is [easy].
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 12 - Quizvraag

She works [hard].
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 13 - Quizvraag

It was a [hard] day.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 14 - Quizvraag

The driver was driving really ................. !
A
slow
B
slowly

Slide 15 - Quizvraag

This woman is .......................... old.
A
increadibly
B
increadible

Slide 16 - Quizvraag

It is raining .................. hard today.
A
extreme
B
extremely

Slide 17 - Quizvraag

It was ................. too difficult for me!
A
simply
B
simple

Slide 18 - Quizvraag

This programme will be .......................... updated.
A
automatic
B
automatically

Slide 19 - Quizvraag

Writing - informal email

Slide 20 - Tekstslide

Check yourself!
How good are you at writing letters/e-mails?

Choose the correct answers and complete the following phrases.

Slide 21 - Tekstslide

Jij begint een persoonlijke e-mail/brief met:
A
Dear sister,
B
Dear Sem,
C
Hallo,
D
Hi,

Slide 22 - Quizvraag

Jij eindigt een persoonlijke e-mail/brief met:
A
See you soon,
B
Write soon,
C
Love,
D
All the best,

Slide 23 - Quizvraag

Jij bedankt voor de email:
Thank you for ...
A
a few questions.
B
your e-mail.
C
inviting me to your party.

Slide 24 - Quizvraag

I am interested in ...
A
hear from you soon.
B
in the third form.
C
typical Australian food.

Slide 25 - Quizvraag

I am good at...
A
my favourite subject.
B
work in the local supermarket.
C
playing soccer.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is hier FOUT?
my favourite subject is maths.
A
subject is verkeerd gespeld
B
i.p.v. is moet are zijn
C
geen hoofdletter aan het begin van de zin

Slide 27 - Quizvraag

Wat is hier FOUT?
My hobby's are horse riding and hanging out with my friends.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Practise writing an informal e-mail:
Rob is a schoolboy from Australia. He has written an e-mail  where he tells something about sports he loves and activities they do at his school.
Reply to Rob’s email. Tell him about sports in your school. 

Slide 30 - Tekstslide

Practice: the choice is yours...
1. Extra schrijfopdracht  -> Een persoonlijke email schrijven
  • Gebruik NL- EN woordenboek (mag ook tijdens de toets!)
  • Kijk je opdracht na m.b.v. de Studiewijzer Engels, controleer in duo's of laat deze door mij controleren

2. Werk aan je weektaak: opdr. 2 t/m 9 blz. 59 (gebruik bij opdr. 2 een (online)woordenboek)

3. Oefen extra Words 3.1 en Adverbs (online): Leermiddelen -> Engels New Interface -> Unit 3 -> Lesson 1->Practise more


Slide 31 - Tekstslide

Check de schrijfopdracht (in duo's). Geef elkaar feedback.
Schrijf voor jezelf verbeterpunten op: Wat moet beter/anders? Wat is structureel fout geschreven?
1. Alle punten van de opdracht zijn verwerkt.
2. Jij begint elke zin met een hoofdletter en sluit hem af met een punt.
3. Jij schrijft het woord ‘I’ – IK in het Engels altijd met een hoofdletter, ook staat het in het midden van de zin: I love singing. Art is the subject I don’t like.
4. Jij schrijft de namen van landen, steden, dorpen met een hoofdletter: the Netherlands, Hardenberg.
5. Je verhaal is overzichtelijk en goed leesbaar door alinea’s te gebruiken. 
6. Jij hebt minimaal 6 zinnen gemaakt.

Lopen de zinnen goed? Hoofdletters? Komma's, punten? Spelling? Grammatica ???

Slide 32 - Tekstslide

Weet jij hoe jij in het Engels een korte persoonlijke email moet schrijven waarin jij iets over jezelf vertelt?
0100

Slide 33 - Poll

page 176

Slide 34 - Tekstslide

  Work on your weekly task
Do: ex. 2 - 9 page 59
Use (online) dictionary for ex. 2 


Any questions?




timer
20:00
1. Read the question again
2. Ask your neighbour
3. Ask me
Finished?

- Practise words in Quizlet: find link in Magister 
                 
                     or
ask me for help/extra explanation if you need any

Slide 35 - Tekstslide