H3 samenvatting

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Samenvatting H3

Doelen

Aan het einde van de les:

* Zijn al jullie vragen over het hoofdstuk beantwoord

* Snappen jullie de begrippen en kunnen jullie formules toepassen

Variabele en vaste kosten

-Wat is het verschil?

-Weet iemand voorbeelden?

Belangrijke formules

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Verkoopprijs + btw = consumentenprijs

Met of zonder btw?

Verkoopprijs x 1,21 = consumentenprijs (inclusief btw)

(Consumentenprijs: 121) x 100 = verkoopprijs (exclusief btw)

Kan ook met ander percentage!

Netto resultaat berekenen:

Omzet

Inkoopwaarde -

--------------------- =

Brutowinst

Bedrijfskosten -

--------------------- =

Netto resultaat

Formule arbeidsproductiviteit

  Totale productie in een periode

------------------------------------- = arbeidsproductiviteit

          Aantal werkenden

Vraag en aanbodmodel

De 4 marktvormen

1. Monopolie - 1 aanbieder - veel macht - niet transparant

2. Oligopolie - klein aantal aanbieders  - beetje macht - niet transparant

3. Monopolistische concurrentie- best wat aanbieders - niet zo veel macht - beetje transparant

4. Volkomen concurrentie - veel aanbieders - geen macht - heel transparant

Homogeen versus Hetrogeen

Homogeen: Maakt voor de consument niet uit welk bedrijf het levert

Hetrogeen: Klant merkt verschil tussen 2 bedrijven die het leveren

Zijn er nog vragen?

- over opdrachten?

- over begrippen?

- over formules?

- extra uitleg nodig?

Waaruit bestaat de kostprijs?
(per product)

1. Energiekosten en gebouwkosten
2. Vaste kosten en variabele kosten
3. Vaste kosten en winstkosten
4. Loonkosten en machine kosten

Wat is een voorbeeld van variabele kosten?

1. Grondstoffen
2. Machines
3. Huur van het pand
4. Winst

Wat is het verschil tussen de verkoopprijs en de consumentenprijs?

1. De winstopslag
2. Korting in de winkels
3. Verkoopprijs is alleen voor consumenten
4. btw

Waar moet je op letten bij de berekening van het netto resultaat?

1. Dat zowel winst als verlies mogelijk is
2. Dat de omzet gelijk is aan de winst
3. Dat de bedrijfskosten zo hoog mogelijk zijn
4. Dat de inkoopwaarde hoger is dan de omzet

Wat kun je doen om de arbeidsproductiviteit te verhogen?

1. Meer loon betalen aan alle werknemers
2. Meer machines aanschaffen
3. De mensen beter opleiden
4. Verdelen van de taken, specialiseren

Wat is er "vrij" beschikbaar bij een transparante markt?

1. Alle kosten van een bedrijf
2. Alle papieren van een bedrijf
3. De aangeboden producten binnen vraag en aanbod
4. De aangeboden diensten die een bedrijf levert

Sleep de voorbeelden in het goede vak

Concrete markt

Abstracte markt

Supermarkt

Huizenmarkt

markt in het centrum

Kledingwinkel

Zuivelmarkt

Wat is belangrijk bij het marktaandeel?

1. Dat alle aandelen samen 100% zijn
2. Het totale percentage kan hoger zijn dan 100%
3. Het totale percentage kan onder 50% zijn