Kern les 19

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Doel

Je leert hoe je teksten beter begrijpt door op 

doel-middel verbanden te letten

Lees de tekst op bladzijde 78.
In de laatste zin staat dat we alles kunnen leren.
Hoe kunnen we alles leren volgens de schrijver?

Het woord 'door' in de laatste zin geeft een verband aan.
Hoe noem je zo'n woord?

1. Verwijswoord
2. Signaalwoord
3. Werkwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

En nu aan de slag!

1. Lees de uitleg in het vak BELANGRIJK.
2. Maak vraag 4 tot en met 8. 

Vraag 9, 10, 11 en 12

Lees de tips over pesten in de tekst.
In de eerste zin van tip 1 staat het woord 'door'.
Is dit een doel-middel signaalwoord?

1. Ja
2. Nee

In de laatste zin van tip 2 staat twee keer het woordje 'om'.
Is de tweede 'om' een doel-middel signaalwoord?

1. Ja
2. Nee

Vraag 11: In de inleiding en bij de laatste tip vind je ook doel-middel signaalwoorden.
Welke woorden ga je omcirkelen?

Maak een zin van het volgende doel en middel:
Doel: kunnen schrijven
Middel: pen

Maak een zin met het volgende doel en middel:
Doel: taart bakken
Middel: recept

Ik weet wat een doel-middel verband is en welke signaalwoorden erbij horen.

Ja

Nee

Nog niet helemaal

Ik kan doel-middel verbanden herkennen in teksten.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan uitleggen waarom er in een zin wel of geen doel-middel verband is

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zelf een zin maken met een doel-middel verband

0100