05 - Chapitre 5 - D 'de ontkenning'

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

bonjour - comment ça va?

avez-vous:

-> vos livres?

-> vos cahiers?

-> vos trousses / stylos?

aujourd'hui nous sommes le                                     2025

qu'est-ce-qu'on va faire aujourd'hui?

• iedereen boek B?
• vous avez des questions?
• terugblik dire que tu es malade
• grammaire D la négation

quel sont les buts de la grammaire D?

à + le -> ???

à + la -> ???

à + l' ->  ???

à + les -> ???

1. Ça va? (zeg dat je denkt dat je ziek bent)
2. Qu'est-ce que tu as?
3. Tu vas voir le docteur? (zeg dat je een afspraak hebt)

vocabulaire AB - page quarante, phrases-clés C - page quarante-trois

grammaire D - page vingt-deux/vingt-trois

exercice quinzeC page vingt-et-un

exercez-vous pendant 3 minutes

daarna doen 2 of 3 het voor

bron D - de ontkenning - p. 22

exercices seizeA

16a

Elize 

16b

Roan

16c https://grandeslignes.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=81244274-91cf-4900-956f-7771a487ecbc#/plp/book/861ba98f-bbea-425f-848d-32155310d0a5/chapter/160f9f97-4dba-41de-a0af-6e52ba30bef1/paragraph/4c9f9f0b-1c35-418a-b08b-187cc8d9f761/lesson/7dd48163-94d4-40a7-a9a5-cfbbbd25ad7f

hoe maak je de ontkenning?
en die van 'c'est' en 'il y a'?

exercices 16c et 17a - pages 22/23

eerder klaar? maak alvast 17b,c,d,e, 18

16d

Damian -> de 1ste 3

Maura -> de 2 laatste

17b - film

https://grandeslignes.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=c68a994e-544a-4df2-b117-98c1f28c8597#/plp/book/861ba98f-bbea-425f-848d-32155310d0a5/chapter/160f9f97-4dba-41de-a0af-6e52ba30bef1/paragraph/4c9f9f0b-1c35-418a-b08b-187cc8d9f761/lesson/be3e7383-5da2-4c6c-9156-b9f1363f9553

exercice 16b page 22

devoirs

Faire (maken)

exercices 16, 17abcd, 18, 19 - pages 22 ->25

Apprendre (leren)

de ontkenning - pages 43 (bron D)

Revoir (herhalen)

phrases-clés C - page 42

vocabulaire A&B - page 40

In hoeverre ken je de leerdoelen van bronnen ABCD van chapitre 5?

0100

A je kunt een gesprek over afgelopen weekend begrijpen | je kent woorden die te maken hebben met familie en vrije tijd

B je kunt een forum over een verjaardagsfeest begrijpen | je kent woorden die te maken hebben met vrienden en activiteiten

C kun je vragen stellen en beantwoorden over het weekend

D weet je hoe je de passé composé maakt | je kunt een verhaal schrijven over afgelopen weekend