1.9 Spelling - les 2

Welkom!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Herhalen woorden, grammatica, spelling
  • Verder werken aan schrijfopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Toets woorden, grammatica, spelling

Vrijdag 15 november (leren 1.5, 1.7, 1.8 en 1.9)
-Ik ken de betekenis van de woorden op blz. 48.
-Ik weet hoe ik de betekenis van moeilijke woorden kan achterhalen en onthouden.
-Ik kan zinnen ontleden en hierbij de verschillende zinsdelen benoemen.
-Ik kan ieder woord afzonderlijk benoemen in een zin.
-Ik kan hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk een zin met het woord 'verkleumen'. Zorg ervoor dat de betekenis van dit woord duidelijk wordt in jouw zin.

Slide 5 - Open vraag

Wat hoort er bij zinsdelen / woordsoorten?
lidwoord
werkwoord
persoonsvorm
zelfstandig naamwoord
werkwoordelijk gezegde
persoonlijk voornaamwoord
zinsdelen
woordsoorten

Slide 6 - Sleepvraag

Waarom gebruiken we een vaste volgorde bij het ontleden?

Slide 7 - Open vraag

zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
zinsdeel 4
zinsdeel 5
Joris
ging
gisteren
op
de
fiets
naar
voetbal

Slide 8 - Sleepvraag

Benoem de zinsdelen

De docent / heeft / de stof / aan de leerlingen / uitgelegd.

Slide 9 - Open vraag

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten 
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
voorzetsel
Op
maandag
zit
Naomi
aan
de
kassa.

Slide 10 - Sleepvraag

Neem de zin over en voeg hoofdletters en leestekens toe.

nog doen huiswerk maken voor wiskunde frans duits engelse drop kopen hond uitlaten

Slide 11 - Open vraag

Neem de zin over en voeg hoofdletters en leestekens toe.

de wetenschapper vertelde trots dit is een enorme stap voorwaarts

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Schrijfopdracht

Kies een van de keuzeopdrachten.

Slide 14 - Tekstslide

Keuzeopdracht 1
In het boek Patroon lees je van heel dichtbij Mylo’s worsteling. Hij zit vol verdriet, schuldgevoel
en de vraag of hij dit had kunnen voorkomen. Had hij echt beter moeten weten? Is Mees’ dood
zijn schuld? Wat vind jij?

Schrijf Mylo een brief waarin je hem vertelt hoe jij hierover denkt. Denk goed na over je woordkeuze en de formulering van je zinnen. Zorg ervoor dat je brief aantrekkelijk is om te lezen.

Slide 15 - Tekstslide

Keuzeopdracht 2
Als Mylo terug is uit Amerika, besluit hij een brief te schrijven om de dood van Mees beter te kunnen verwerken. Je doet alsof je Mylo bent en gaat deze brief schrijven. Beslis aan wie je de brief schrijft: aan Mees, aan zijn ouders of misschien aan iemand anders?

De brief bevat de volgende onderdelen:
-Hoe is de periode na de dood van Mees voor je?
-Welk inzicht kreeg je tijdens de reis door Amerika?
-Welke herinneringen aan Mees wil je koesteren?
-Hoe kijk je nu naar het leven? Welke les neem je mee?





Slide 16 - Tekstslide

Keuzeopdracht 3
Naar aanleiding van zijn verhaal ga je Mylo interviewen. Je werkt dit interview uit, inclusief de antwoorden van Mylo.

  • Bedenk vragen die je Mylo zou willen stellen, maar ook de antwoorden die hij geeft. Hiervoor moet je je in hem verplaatsen. Welke antwoorden zou hij geven?
  • De vragen gaan over wat hij heeft meegemaakt, hoe hij daarop terugkijkt en wat hij anderen mee wil geven.
  • Werk de vragen en de antwoorden uit. Zorg ervoor dat je interview aantrekkelijk is om te lezen.




Slide 17 - Tekstslide

Keuzeopdracht 4
Mylo's opa heeft in Vietnam iets heel heftigs meegemaakt. Zijn maten werden doodgeschoten en hij wist dat niet te voorkomen. Hij worstelt hier nog iedere dag mee. Na zijn dood vinden Mylo en zijn moeder opa's dagboek, waarin hij zijn gedachten en gevoelens heeft opgeschreven.

Schrijf het dagboekfragment waarin opa nadenkt over wat hij heeft meegemaakt. Vertel:
-wat er is gebeurd
-hoe hij hierop terugkijkt
-waar hij mee worstelt en waarom
-wat hij met de kennis van nu anders zou hebben gedaan
-welke les(sen) hij heeft geleerd

Slide 18 - Tekstslide