Ethiek 3 Aristoteles: Deugdethiek

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Verantwoordelijkheid is een waarde. Maar laten we deze nu eens concreet maken. Waar begint jouw verantwoordelijkheid? Waar eindigt deze?

Slide 3 - Open vraag

Normen zijn gedragsregels, ze maken waarden praktisch. Welke normen kan je formuleren op basis van de vorige opdracht?

Slide 4 - Open vraag

Wat is geen waarde?
A
Vriendelijkheid
B
Rechtvaardigheid
C
Respect
D
Gezond eten

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Intrinsieke waarden:





Waarden die op zich zelf belangrijk zijn.


Slide 7 - Tekstslide

Wat is geen intrinsieke waarde?
A
liefde
B
geld
C
goedheid
D
vriendelijkheid

Slide 8 - Quizvraag

Instrumentele waarden:





Waarden die nodig zijn om een intrensieke waarde te bereiken.


Slide 9 - Tekstslide

Weet je het nog...
Wat is hieronder een norm?
A
Spreek ouderen aan met 'u'
B
Vrijheid
C
Gelijkheid
D
Redelijkheid

Slide 10 - Quizvraag

Weet je het nog...
Wat is een waarde?
A
Betrouwbaar
B
Wijs
C
Slim
D
Vriendelijkheid

Slide 11 - Quizvraag

Weet je het nog...
Wat is een deugd?
A
Liefde
B
Wijs
C
Rijkdom
D
Schaamte

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag
Na afloop van deze les kan je in eigen woorden uitleggen wat Aristoteles' deugdethiek inhoudt en deze toepassen.

Slide 14 - Tekstslide

Benoem eens in twee zinnen een moreel vraagstuk waar jij in de afgelopen tijde tegenaan bent gelopen.

Slide 15 - Open vraag

Mijn voorbeeld/casus
In Colombia... 

Wat zou jij doen?

Slide 16 - Tekstslide

Wat zou jij doen en waarom?

Slide 17 - Open vraag


Aristoteles



  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Deugdethiek
Of iets 'goed' of 'juist' is of niet, bepaalt Aristoteles aan de hand van het 'doel' van een ding. Bv: een mes dat niet snijdt is een slecht mes. Een mens moet deugdzaam zijn, dan ben je een goed mens.
Deugd: een handeling die het midden houdt tussen twee uitersten. Vraagt veel oefening om dit te kunnen.
Belangrijk: de handeling in relatie tot de situatie


Slide 20 - Tekstslide

"Rawls geeft aan dat mensen voldoening vinden in het uitoefenen van hun verwezenlijkte vermogens (hun aangeboren of gevormde bekwaamheden). Die voldoening wordt groter naarmate het vermogen meer wordt verwezenlijkt of in complexiteit toeneemt."

Waar gaat het hier over?

Slide 21 - Open vraag


"Wanneer de strevingen van mensen hem, zoals blijkt uit de gegeven voorbeelden, in de richting sturen van een teveel of een te weinig, dan ligt het voor de hand dat de deugden hem juist sturen naar het midden. Zo heeft Aristoteles het over moed in onderscheid tot roekeloosheid en lafheid; over matigheid (tussen losbandigheid en ongevoeligheid); over vrijgevigheid (tussen verkwisting en gierigheid); over gepaste woede (tussen lichtgeraaktheid en gelatenheid); over vriendelijkheid (tussen vleierij en chagrijnigheid); over waarachtigheid (tussen opschepperij en geveinsde onwetendheid); over gevatheid (tussen aanstellerij en lompheid)." 

Bron: https://humanistischecanon.nl/venster/paideia/aristoteles-ethica-nicomachea-350-v-chr/

Slide 22 - Tekstslide

Wel deugd vind jij dat meer ontwikkeld zou moeten worden in de Nederlandse samenleving en waarom?

Slide 23 - Open vraag