week 40 les 1 ir + a + inf en tener + que

Buenos días
Hoy es ....... el 30 de ..........
¿Qué vamos a hacer?
  • ir + a repaso/ejercicios
  • escuchar
  • hablar del tiempo
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
Hoy es ....... el 30 de ..........
¿Qué vamos a hacer?
  • ir + a repaso/ejercicios
  • escuchar
  • hablar del tiempo

Slide 1 - Tekstslide

Plannen in de nabije toekomst?
ir + a + infinitief

Slide 2 - Tekstslide

hacer los deberes, (él)

Slide 3 - Open vraag

leer un libro, yo

Slide 4 - Open vraag

estudiar, nosotros

Slide 5 - Open vraag

jugar al tenís, tú

Slide 6 - Open vraag

¿ir al cine, vosotros?

Slide 7 - Open vraag


LA: pág. 34 ej. 1
pág. 35 ej. 3

Slide 8 - Tekstslide

Moeten
tener betekent?

MOETEN = TENER + QUE + INFINITIEF

Hoe wordt het werkwoord tener vervoegd?
tengo, tienes, tiene, tenemos, tenéis, tienen

Slide 9 - Tekstslide

Hay que + infinitief
Je gebruikt hay que + infinitief als je in het Nederlands zou zeggen: "men moet" of "je moet" wanneer het algemeen bedoeld wordt. 

Slide 10 - Tekstslide

trabajar mucho, él

Slide 11 - Open vraag

hablar español, vosotros

Slide 12 - Open vraag

estudiar, yo

Slide 13 - Open vraag

llevar dinero, ellos

Slide 14 - Open vraag

Escuchar: LA: pág. 36

Haz ejercicio 2, 3, 4, 5
Huiswerk:
maken: 2.13 en 2.14
leren tener + que + infinitief
Leren Quizlet en LessonUp: het weer

Slide 15 - Tekstslide