2.3 Koopkracht (VWO 3)

2.3 Koopkracht 
LV3d
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 Koopkracht 
LV3d

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik paragaaf 1.4
- Paragaaf 2.3
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Staafdiagram
- Waar geven jongens meer geld aan uit dan meisjes?

Slide 3 - Tekstslide

Ik krijg 200 euro kleedgeld per maand. Hoeveel krijg ik dan per week?

Slide 4 - Open vraag

V3e had 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 leerlingen in deze groep. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen in V3e gestegen?

Slide 5 - Open vraag

Bij Pluto kost een scherm 399 euro. Bij Slank kost hetzelfde scherm 380 euro. Hoeveel procent is het scherm bij Slank goedkoper dan bij Pluto?

Slide 6 - Open vraag

Je beltegoed is 5 euro. Bellen kost 0,05 cent per minuut. Sms'en kost 0,02 cent per bericht. Wat is de formule die bij deze budgetlijn hoort?

Slide 7 - Open vraag

Als je een uurtje aan het bellen bent, hoeveel sms'jes kun je dan nog sturen? Gebruik de formule uit de vorige dia.

Slide 8 - Open vraag

Huiswerk bespreken! 
  • ga aan de slag met de opdrachten van 1.4:
  • horend bij leerdoel 1!
  • 3 en 4 horend bij leerdoel 2!
  • horend bij leerdoel 3!
  • 6 horend bij leerdoel 4!

Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op. 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen paragaaf 2.3 
-  De soorten inflatie uitleggen en onderscheiden
- Invloed van inflatie op de koopkracht beschrijven
- Rekenen met indexcijfers
- De koopkracht, inkomens en prijzen berekenen met indexcijfers

Slide 10 - Tekstslide

Hoe merken jullie dat prijzen stijgen van goederen en diensten die jullie willen kopen?

Slide 11 - Woordweb

Inflatie
- Gemiddelde prijsstijging van producten en diensten
- Kosteninflatie 
- bestedingsinflatie 
- CBS (site bekijken)
- Inflatiecijfer geeft prijzen weer ten opzichte van jaar eerder

Slide 12 - Tekstslide

Inflatie en effect op koopkracht 
- Koopkracht (Hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen)
- Inkomen en prijzen
- Koopkrachtontwikkeling 
- Leeftijd en behoefte 

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er met je koopkracht als de prijzen harder stijgen als je inkomen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Het gemiddelde prijspeil is in 2014 €20,11 euro. Dit is tevens het basisjaar. In 2016 is het gemiddelde prijspeil €23,06 euro. Wat is het prijsindexcijfer in 2016?

Slide 16 - Open vraag

Wat gebeurt er met onze koopkracht?
- Nominaal inkomen = Geldbedrag dat je krijg.  (Nominaal indexcijfer)
- Inflatie = Algemene stijging van de prijzen.       (Prijs indexcijfer)
- Reële inkomen = Koopkracht, wat laat zien hoeveel je nominaal kunt kopen gecorrigeerd door de inflatie.                                     (Reële indexcijfer)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het nominale inkomen stijgt in 2022 met 1,9%. De inflatie is in dat jaar 0,3%. Wat is het reële inkomen?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk maken! 
  • ga aan de slag met de opdrachten van 2.3:
  • 21 en 23 horend bij leerdoel 1!
  • 25 en 26 horend bij leerdoel 2!
  • 28 en 29 horend bij leerdoel 3!
  • 30,31 en 32 horend bij leerdoel 4!

Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op. 

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen paragaaf 2.3 
- De soorten inflatie uitleggen en  onderscheiden
- Invloed van inflatie op de koopkracht beschrijven
- Rekenen met indexcijfers
- De koopkracht, inkomens en prijzen berekenen met indexcijfers

Slide 21 - Tekstslide

Terugblik en afsluiting
  • Terugblik paragaaf 1.4
  • Paragaaf 2.3
  • Volgende les! 
  • Vragen? Opmerkingen? 

Slide 22 - Tekstslide