Examenvragen thema 9 planten

Examenvragen thema 9 planten
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examenvragen thema 9 planten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de naam van deel T

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

In welke cellen vindt deze omzetting plaats?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een deel van de gemaakte glucose wordt naar de wortels vervoerd.

Leg uit waardoor wortelcellen zelf geen glucose kunnen maken uit koolstofdioxide en water. (1p)

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Een deel van de gemaakte glucose wordt naar de wortels vervoerd.

Leg uit waardoor wortelcellen zelf geen glucose kunnen maken uit koolstofdioxide en water. (1p)

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Door welke vaten vindt transport van glucose naar de wortels plaats? (1p)
A
alleen door bastvaten
B
alleen door houtvaten
C
door houtvaten en bastvaten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf twee abiotische factoren op die voor de ontkieming van alfalfazaden nodig zijn. (2p)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit waardoor de kiemplantjes in het licht groen worden. (1p)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan de wortels van de kiemplantjes ontstaan wortelharen.

Wat is de functie van wortelharen? (1p)
A
het kiemplantje vastzetten
B
mineralen opnemen
C
reservestoffen opslaan

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Abdel en Els laten enkele kiemplantjes in de schooltuin verder groeien. In september zien ze dat de planten zaden hebben gemaakt.

Hebben de alfalfaplanten zich geslachtelijk of ongeslachtelijk voortgeplant? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Timo vraagt zich af of de populier zich geslachtelijk voortplant.

Timo vraagt zich af of de populier zich geslachtelijk voortplant.

Is uit de beschrijving van Timo af te leiden of de populier zich geslachtelijk kan voortplanten? Leg je antwoord uit. (1p)

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Ratelpopulieren hebben óf alleen mannelijke óf alleen vrouwelijke bloemen. In afbeelding 4 zie je deze twee typen bloemen.

In welk type bloem ontstaan de zaden? Noteer de letter en leg je antwoord uit. (1p)

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Ratelpopulieren hebben windbestuiving.

Noteer een kenmerk van bloemen met windbestuiving. (1p)

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Uit knoppen aan de wortels van een ratelpopulier kunnen nieuwe ratelpopulieren groeien.
Een bioloog wil van een groepje van vier ratelpopulieren bepalen of ze uit aparte zaden opgegroeid zijn, of uit de wortels van één boom. Hij onderzoekt daarvoor het DNA van elke boom. Uit het resultaat trekt hij de conclusie dat de bomen uit één boom zijn ontstaan.

Leg uit wat het resultaat van het DNA-onderzoek was. (1p)

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Hoe heet stadium 1?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Vindt in de periode van stadium 3 tot en met stadium 5 meiose plaats? En vindt in die periode mitose plaats? (1p)
A
geen van beide
B
alleen mitose
C
alleen meiose
D
beide

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Heeft bij deze bloem bestuiving plaatsgevonden? En heeft er bevruchting plaatsgevonden? (1p)
A
alleen bestuiving
B
alleen bevruchting
C
geen van beide
D
beide

Slide 46 - Quizvraag

Slide 47 - Tekstslide