BSR 10/2 2aha Gzd 13 bijvoeglijke bijzin

  • Lees de theorie op blz. 228.
  • Log alvast in op LessonUp.
  • Maak de startopdracht.
  • Klaar? Begin aan paragraaf 13.
§13: Bijvoeglijke bijzin

Startopdracht:
2(A)HA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
havo
Wat is de bijvoeglijke bijzin in onderstaande zin? En waar zegt die bijvoeglijke bijzin iets over?

'De meeste kinderen die vroeger bij mij in de straat woonden, zijn verhuisd naar een andere stad.'
timer
5:00
vwo
Wat is de bijvoeglijke bijzin in onderstaande zin? En waar zegt die bijvoeglijke bijzin iets over?

'De vakbeweging, die opkomt voor de werknemers, verliest steeds meer leden.'
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Lees de theorie op blz. 228.
  • Log alvast in op LessonUp.
  • Maak de startopdracht.
  • Klaar? Begin aan paragraaf 13.
§13: Bijvoeglijke bijzin

Startopdracht:
2(A)HA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
havo
Wat is de bijvoeglijke bijzin in onderstaande zin? En waar zegt die bijvoeglijke bijzin iets over?

'De meeste kinderen die vroeger bij mij in de straat woonden, zijn verhuisd naar een andere stad.'
timer
5:00
vwo
Wat is de bijvoeglijke bijzin in onderstaande zin? En waar zegt die bijvoeglijke bijzin iets over?

'De vakbeweging, die opkomt voor de werknemers, verliest steeds meer leden.'

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt bijvoeglijke bijzinnen herkennen in een samengestelde zin.
  • Je kunt het verschil zien tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijvoeglijke bijzin.
  • Plusdoel: Je kunt bijvoeglijke bijzinnen gebruiken in een samengestelde zin.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • De startopdracht bespreken;
  • paragraaf 11 kort herhalen;
  • uitleg over de bijvoeglijke bijzin;
  • checkmoment;
  • opdrachten paragraaf 13 maken;
  • de studiewijzer aanvullen en de les van morgen bespreken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de bijvoeglijke bijzin in onderstaande zin? En waar zegt die bijvoeglijke bijzin iets over?

'De vakbeweging, die opkomt voor de werknemers, verliest steeds meer leden.'

bijv. bijzin = die vroeger bij mij in de straat woonden -> de vakbeweging.












Havo:
Wat is de bijvoeglijke bijzin in onderstaande zin? En waar zegt die bijvoeglijke bijzin iets over?

'De meeste kinderen die vroeger bij mij in de straat woonden, zijn verhuisd naar een andere stad.'

bijv. bijzin = die vroeger bij mij in de straat woonden -> de meeste kinderen.



Vwo:.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ging de startopdracht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Enkelvoudig vs. samengesteld
Sommige zinnen hebben één persoonsvorm -> enkelvoudige zin. Andere zinnen hebben meerdere persoonsvormen -> samengestelde zin. In zo'n samengestelde zin heb je altijd een hoofdzin en een bijzin. * Je kunt een samengestelde zin ook vragend maken. De hoofdzin komt dan vooraan in de vraagzin.
Hoofdzin
Bijzin
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar. Er passen geen andere zinsdelen tussen.
Tussen onderwerp en persoonsvorm kunnen wel andere zinsdelen staan (het woordje 'niet' bijvoorbeeld.
De persoonsvorm staat voor in de zin: als eerste of als tweede zinsdeel.
De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 7 - Tekstslide

Ontleed de zin. Bepaal de zinsdeelzin
(ow-zin, lv-zin, mv-zin, bwb-zin)

'Wat de beste oplossing is voor dit probleem,
zal binnenkort duidelijk worden.
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

De bijvoeglijke bijzin
Bekijk de volgende zinnen:
1 Het bronzen standbeeld krijgt een plek in het Stadspark.
2 Het standbeeld, dat van brons is gemaakt, krijgt een plek in het Stadspark.
In zin 1 is bronzen een bijvoeglijke bepaling bij standbeeld. 
In zin 2 is het onderwerp 'Het standbeeld, dat van brons is gemaakt'. Het zinnetje 'dat van brons is gemaakt' is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij het standbeeld. In dit geval is de bijvoeglijke bepaling een zin. Dat noem je een bijvoeglijke bijzin.

Slide 10 - Tekstslide

De bijvoeglijke bijzin
Het standbeeld, dat van brons is gemaakt, krijgt een plek in het Stadspark.
Je noteert de bijvoeglijke bijzin zo:
bijv.bijzin = dat van brons is gemaakt -> standbeeld.

Een bioscoopabbonement is handig voor hen die graag naar de film gaan.
bijv.bijzin = die graag naar de film gaan -> hen.

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling of bijvoeglijke bijzin?

Ondanks de enorme schade *die muizen aanrichten in de landbouw*, is een verzoek van de boeren om gif te mogen gebruiken afgewezen door de rechter.
A
bijvoeglijke bepaling
B
bijvoeglijke bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Bijvoeglijke bepaling of bijvoeglijke bijzin?

De verpakking *van biologisch katoen* kan zowel in de vriezer als in de wasmachine.
A
bijvoeglijke bepaling
B
bijvoeglijke bijzin

Slide 13 - Quizvraag

Waar hoort de bijvoeglijke bijzin bij?

De bacteriën *die niet reageren op antibiotica*, krijgen de overhand.
A
bacteriën
B
antibiotica
C
krijgen
D
overhand

Slide 14 - Quizvraag

Waar hoort de bijvoeglijke bijzin bij?

De beschermheilige van de stad Utrecht is Sint Maarten, *die de stad beschermt tegen oorlog en ziektes*.
A
de beschermheilige
B
Utrecht
C
Sint Maarten
D
oorlog en ziektes

Slide 15 - Quizvraag

''Ik kan zinsdeelzinnen (ow-zin, lv-zin, mv-zin en bwb-zin)
in een samengestelde zin herkennen.
1 = (nog) niet 10 = dat komt wel goed
110

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Wat?
Cursus 5.13 (Bijvoeglijke bijzin).
Havo: Opdracht 1 t/m 4.
Vwo: Opdracht 1 t/m 4.
In je online boek (Magister -> leermiddelen).
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.

Hulp
De 4 B's en het oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Keuze 1: Verder oefenen in de online trainer.
Keuze 2: Verder oefenen in het online boek
(Cursus 5.15 Mixopdrachten).
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

  • Je kunt bijvoeglijke bijzinnen herkennen in een samengestelde zin.
  • Je kunt het verschil zien tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijvoeglijke bijzin.
  • Plusdoel: Je kunt bijvoeglijke bijzinnen gebruiken in een samengestelde zin.
Lesdoelen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijvoeglijke bijzin?

Slide 20 - Open vraag

Welke zin heeft een bijvoeglijke bijzin?
A
De kinderen die daar lopen, zijn moe omdat ze gegymd hebben.
B
Die kinderen zijn, door de gymles, moe.
C
Die kinderen daar zijn moe van het gymmen.
D
Omdat zij gegymd hebben, zijn die kinderen moe.

Slide 21 - Quizvraag

Bedenk zelf eens een zin met een bijvoeglijke bijzin.

Slide 22 - Open vraag

Hoe ging dit 'nieuwe' zinsdeel je af?

Zet deze emoji ook in je studiewijzer bij paragraaf 13.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Blader door de paragrafen van Grammatica zinsdelen.

Laat mij weten waar we morgen tijdens de oefenles nog op moeten focussen.

Slide 24 - Open vraag