1.2 Westerse wereldrijken

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. herhaling vorige les
2. Start uitleg 1.2
3. Zelf aan de slag
4. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van burgers en stoommachines
Tijd van wereldoorlogen
Tijd van televisie en computers
1800 - 1900
1900 - 1950
1950 - 2000

Slide 4 - Sleepvraag

In de winter was er ....werk te doen voor de boeren.
A
weinig
B
veel

Slide 5 - Quizvraag

Een ander woord voor: een hele grote verandering in een korte periode

Slide 6 - Open vraag

Bij de industriële revolutie werd handarbeid vervangen door...
A
paarden
B
de wind
C
zonnepanelen
D
stoommachines

Slide 7 - Quizvraag

energie
energiebron
ondernemer
stoommachine
apparaat dat wordt aangedreven door het damp van kokend water
de kracht dat ervoor zorgt dat iets gebeurt
iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient
iets dat energie geef zoals steenkool, water, wind en zon

Slide 8 - Sleepvraag

In de 17e eeuw liep dit land voorop in Europa.
A
Verenigd Koninkrijk
B
De Republiek

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
1. kun je uitleggen hoe koloniale wereldrijken ontstonden en wat de oorzaken en gevolgen hiervan waren
2. gevolgen van imperialisme in Azie
3. gevolgen imperialisme in Afrika
4. beschrijven hoe en waarom Nederland zijn koloniale rijk uitbreidde

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Samen lezen 
Leerstof ''Wereldrijken''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/zinnen/begrippen

Slide 13 - Tekstslide

Ontstaan van wereldrijken
Industriële revolutie heeft de westerse wereld goed gedaan. Steeds meer mensen kochten producten.

----> Om deze producten te kunnen maken waren er grondstoffen nodig. 
--->  Deze grondstoffen kwamen uit andere werelddelen.  ( olie, rubber, katoen)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wereldrijken
Europeanen willen steeds meer kolonies, om 3 redenen:
  • Grondstoffen.  Materialen die gebruikt worden om iets mee te produceren
  • Afzetmarkt.  Plek waar producten worden verkocht
  • Europeanisering.  Hun manier van leven overbrengen op andere werelddelen 
Tussen 1870 en 1914 breiden Europeanen hun gebied en macht uit
 (= imperialisme)

Slide 17 - Tekstslide

Landen uit...breidden van 1870 hun macht uit in Afrika en Azië.
A
Noord-Amerika
B
Zuid-Amerika
C
Europa

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Europeanen gebruikten kolonies als afzetgebied door er producten te
A
koepen
B
verkopen

Slide 20 - Quizvraag

Waarom is deze foto een voorbeeld van Europeanisering?

Slide 21 - Open vraag

Welk geloof is door de Europeanen verspreid over de rest van de wereld?
A
De islam
B
Het christendom
C
Het hindoeisme
D
Het jodendom

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Samen lezen
Leerstof '' Imperialisme in Azië''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/zinnen/begrippen

Slide 25 - Tekstslide

Imperialisme in Azië
Vanaf 1500: 
  • Handelsposten en kleine kolonies
Rond 1900: 
  • Europeanen heersen over grote kolonies
  • China wordt geen kolonie maar Europa kreeg er wel veel invloed.
Japan is nooit een kolonie geworden en gaat juist zelf gebieden veroveren
 

Slide 26 - Tekstslide

Westerse wereldrijken
Imperialisme:
'Uitbreiding van gebied en macht.'

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Europeanen hadden veel invloed in China.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Nederland had een kolonie in Azië.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

Zelfstandig aan de slag 
Wat: opdracht 1 t/m 4 (kader) 1 t/m 5 (basis)
Hoe: Zelfstandig
Hoelang: 10 min
Klaar: Lees leerstof '' imperialisme in Afrika'' 

Slide 32 - Tekstslide

Wat was geen oorzaak van imperialisme?
A
Grondstoffen
B
Afzetmarkt
C
Europeanisering
D
Stoommachine

Slide 33 - Quizvraag

Wat is imperialisme?
A
Gebieden veroveren om je land machtiger en rijker te maken.
B
Vrouwen die gelijke rechten voor mannen en vrouwen willen.
C
Mensen die vinden dat de overheid iedereen moet helpen.
D
Groep mensen met dezelfde politieke ideeën.

Slide 34 - Quizvraag

Welke economische redenen waren er voor het imperialisme?
A
grondstoffen en afzetmarkten
B
arbeidskrachten en grondstoffen
C
slaven en afzetmarkten
D
grondstoffen en eindprodukten

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een afzetmarkt
A
een markt waar je wordt afgezet (=teveel betalen voor producten)
B
Gebied waar je producten kunt verkopen
C
Plek waar je producten kunt kopen
D
plek waar je mensen kunt afzetten(=teveel vragen voor producten)

Slide 36 - Quizvraag

Wat is Europeanisering?
A
Opleggen van de Europese cultuur
B
Oorlogen in Europa
C
Europese handel vergroten in Europa

Slide 37 - Quizvraag

Japan was een kolonie van Groot- Brittannië
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

In 1900 heersten veel Europese landen over grote kolonies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Samen lezen
Leerstof '' Imperialisme in Afrika''  & '' Het Nederlandse wereldrijk''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/zinnen/begrippen

Slide 40 - Tekstslide

Imperialisme in Afrika
Er ontstaat strijd tussen Europese landen om het meeste gebied te krijgen.  
       
1878 Conferentie van Berlijn:
  • Afspraken over de verdeling van Afrika 
  • Er wordt geen rekening gehouden met de volken die er al leven
  • Gebruik van geweld om de bevolking onder de duim te houden.


Slide 41 - Tekstslide

Waarom spreken ze in grote delen van Afrika nog steeds Frans?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Nationalisme
Imperialisme
Abolitionisme
Voorliefde voor je eigen land en volk. Je wilt graag een eigen natie.
Uitbreiding van gebied en macht. 
Mensen die tegen slavenhandel en slavernij zijn.

Slide 45 - Sleepvraag

Zelf aan de slag
Opdrachten 1.2 afmaken 
Hoe: zelfstandig (zachtjes overleggen mag met buurman/vrouw)
Hoelang: 15 min
Klaar: Ga nakijken en verbeteren en laat docent controleren
Klaar met nakijken: Maak de herhaling 1.2

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 48 - Tekstslide