Druiven die groeien op een wijngaard in een
kouder klimaat worden
later geoogst dan druiven van een wijngaard in een
warmer klimaat. De druiven uit het
koude klimaat
rijpen langer en krijgen daardoor
meer aroma’s, in tegenstelling tot druiven uit een
warmer klimaat, welke een
snel rijpingsproces hebben en hierdoor
zoeter smaken.
Regen, hagel, vorst, schimmels en ziektes zorgen voor een mindere kwaliteit van de druif.