Unidad 2 El lugar donde vivo - Parte 1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
Ejercicio 1.22 (toets)

Empezar con Unidad 2:
Ejercicio 2.01

Slide 2 - Tekstslide

Ejercicio 1.22
En papel
(op papier)
Tenéis 15 minutos

Slide 3 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Unidad 2 - El lugar donde vivo
¿Qué significa el título?
Wat denk je dat de titel betekent?
Waar denk je dat dit hoofdstuk over gaat?

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica

Werkwoorden HAY en ESTAR

Bijvoeglijk naamwoord

Werkwoorden die eindigen op  -IR en -ER
Woordenschat

Vertellen waar je woont of waar je vandaan komt

Iets vertellen over jouw woonplaats

Slide 6 - Tekstslide

El museo
La iglesia
El parque
La casa

Slide 7 - Sleepvraag

El zoo
La estación
Un restaurante
El aeropuerto

Slide 8 - Sleepvraag

Ejercicio 2.01
Vamos a escuchar el fragmento dos veces.
Intenta rellenar las palabras que faltan.

We gaan het fragment twee keer luisteren.
Probeer de ontbrekende woorden in te vullen.

Slide 9 - Tekstslide

Hola, soy Nuria. Vivo en Málaga. Málaga es una ciudad histórica y tiene museos interesantes. En el centro de la ciudad hay una iglesia antigua, hay parques bonitos y hay un palacio histórico. También hay plazas pequeñas y una catedral impresionante. El puerto de Málaga se llama Muelle Uno. En el puerto hay tiendas y muchos restaurantes y bares. Nosotros vivimos en un barrio pequeño. No hay un supermercado cerca de mi casa. Y tú, ¿dónde vives?

Slide 10 - Tekstslide

Cómo dices en español:
Ik woon in...

Slide 11 - Open vraag

Cómo dices en español:
Het is een stad

Slide 12 - Open vraag

Cómo dices en español:
het heeft

Slide 13 - Open vraag

Cómo dices en español:
Er is/er zijn

Slide 14 - Open vraag

Cómo dices en español:
Het heet...

Slide 15 - Open vraag

Cómo dices en español:
Wij wonen in...

Slide 16 - Open vraag

Cómo dices en español:
Er is geen...

Slide 17 - Open vraag

Cómo preguntas en español:
Waar woon jij?

Slide 18 - Open vraag

¡A trabajar!
Maak oefening 2.01 af
Bespreken over vijf minuten

Gebruik ook de woordenlijsten achterin het boek!
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

¿Qué hay en Málaga?
¡Hay diez cosas!

Slide 20 - Tekstslide

En Málaga hay:

Een historisch paleis

Un palacio histórico
Kleine pleinen
Plazas pequeñas
Een indrukwekkende kathedraal
Una catedral impresionante
Winkels
Tiendas
Cafés
Bares

Interessante musea
Museos interesantes
Een oude kerk
Una iglesia antigua
Een haven
El puerto
Restaurants
Restaurantes
Mooie parken 
Parques bonitos

Slide 21 - Tekstslide

Málaga is een oude stad
Málaga es una ciudad antigua
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Muelle Uno is een wijk
Muelle Uno es un barrio
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Nuria woont in een kleine wijk
Nuria vive en un barrio pequeño
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Er is geen supermarkt bij haar in de buurt

No hay un supermercado cerca de su casa
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

¿Barrio significa?

Slide 26 - Open vraag

¿Supermercado significa?

Slide 27 - Open vraag

¿'Vivo en... significa?

Slide 28 - Open vraag

¿Ciudad significa?

Slide 29 - Open vraag

¿Puerto significa?

Slide 30 - Open vraag

Los deberes:
Quizlet: Unidad 2: el lugar donde vivo

Opdracht 2.02, in het e-book
(gaan we morgen in de les bespreken!)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide