Blok 7 les 10 verdieping module 'Het jonge kind': Spelend leren in hoeken

Het jonge kind
Spelend leren
Les 10 Het jonge kind. Spelend leren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Het jonge kind
Spelend leren
Les 10 Het jonge kind. Spelend leren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is spel?
  • Als een kind speelt, wil het daar niks mee bereiken. Spel is dan een doel op zich.
  • Bij spelen is het kind actief
  • Een spelend kind heeft plezier in wat hij doet
  • Bij spelen is het kind vrijwillig bezig (Het kan wel gestimuleerd worden door volwassenen)

Slide 2 - Tekstslide

De spelkenmerken volgens  ontwikkelingspsychologe Kohnstamm 
Visie op spel
Vygotsky: Spel creëert voor een kind "De zone van de naaste ontwikkeling".  

Slide 3 - Tekstslide

Visie van Vygotsky
Vygotsky (1966) zag in spel de ‘zone van de naaste ontwikkeling’. Dat
wil zeggen dat kinderen in spel worden geconfronteerd met dingen
die ze eigenlijk nog net niet zelf kunnen of snappen en zich deze
dingen door te spelen eigen maken. De medespelers kunnen spelen op een
manier die net iets hoger ligt dan het kind zelfstandig kan. Door
met het andere kind mee te spelen en er zelf mee te experimenteren, maakt het kind zich nieuwe inzichten en vaardigheden
eigen, die hem een stapje verder helpen in zijn ontwikkeling


Visie op spel
Piaget: Er zijn 3 soorten spel met ieder zijn eigen functie:

  1. Het oefenspel (0 - 1,5 jaar)
  2. Het symbolische spel  (1,5 - 7 jaar)
  3. Spel met regels ( vanaf 7 jaar...)

Slide 4 - Tekstslide

 Het oefenspel is het herhalen van zintuigelijke en/of motorische handelingen buiten de gebruikelijke context, uitsluitend om het plezier in de handelingen zelf. Een voorbeeld hiervan is het telkens open- en dichtdoen van een deurtje. Wanneer het kind deze handeling net onder de knie heeft, beleeft het alleen al aan het open- en dicht doen van het deurtje veel plezier en biedt dit voldoende bevrediging. Het kind oefent de motorische en zintuiglijke vaardigheden (Van der Poel & Blokhuis, 2008).

In het symbolische spel stellen objecten, handelingen en/of personen andere, veelal afwezige, objecten en/of personen voor. Een aantal voorbeelden zijn het vadertje-en-moedertje, politie en dief of winkeltje spelen, enzovoorts. Dit spel leert het kind dat een voorwerp iets anders voor kan stellen. Deze spelsoort komt in dezelfde periode op gang als de ontwikkeling van taal. Daarnaast leert het kind symbolen te gebruiken (Van der Poel & Blokhuis, 2008).

In spelletjes met regels die bijna altijd samen met de anderen worden gespeeld, leert het kind regels en codes te herkennen en te hanteren. Deze regels en codes hebben betrekking op de sociale wereld. Voor het spelen laten de spelers zich leiden door vooraf afgesproken regels. Deze kunnen zijn (Van der Poel & Blokhuis, 2008):
Verzonnen regels: Bijvoorbeeld wie het snelste is.
Door eerdere generaties overgeleverd: bijvoorbeeld bij touwtje springen en knikkeren.
Door derden verzonnen: bijvoorbeeld bij bestaande gezelschapsspellen.
Wat leren kinderen van spelen?

Slide 5 - Open vraag

Spel wordt ingezet om de ontwikkeling van het kind te bevorderen. Het kind leert er door nadenken over dingen, leert vooruitdenken en plannen.

Welke ontwikkelingsgebieden komen er zoal aan bod bij het spelen in hoeken???

* Sociaal emotioneel
* Cognitief
* Motoriek 
* Spraak - taal ontwikkeling
* Rekenontwikkeling (voorbereidend rekenen)


Op welke manier leren de kinderen op je stageschool in groep 1, 2 en 3? 
Wat zie je daar???

Kijk naar het filmpje en beantwoord de vragen:

1. Schrijf op welke ontwikkelingsgebieden er aan bod komen bij het spelen in hoeken.

2. Wat is de rol van van de leerkracht tijdens het spel?
3. Hoe kun je zorgen voor betrokkenheid bij het spelen in hoeken?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Voordat het filmpje start:
Kijk goed naar het filmpje.

1. Schrijf op welke ontwikkelingsgebieden er aan bod komen bij het spelen in hoeken. 

2. Wat is de rol van van de leerkracht tijdens het spel?
- Observator
- Bemiddelaar
- Speelmaatje
- Toneelmeester

3. Hoe kun je zorgen voor betrokkenheid bij het spelen in hoeken?
(onderdeel laten zijn van de klas, uitdagende materialen gebruiken etc)
Welke ontwikkelingsgebieden komen er aan bod bij spel?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsgebieden bij spel:
* Sociaal emotioneel
* Cognitief
* Motoriek
* Spraak - taal ontwikkeling
* Rekenontwikkeling (voorbereidend rekenen)

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden op de vorige vraag... worden besproken in het filmpje. Hoef je verder niet toe te lichten. 
Fasen in de spelontwikkeling
Ongericht spel →                    Kind loopt rond en kijkt. Het speelt nog niet.

Toeschouwersgedrag→      Kind kijkt intensief naar andere kinderen die aan                                                                                                     het spelen zijn.
Solitair spel →                           Kind speelt alleen en houdt zichzelf bezig.
Parallel spel →                          Kinderen spelen naast elkaar.
Associatief spel →                  Kinderen spelen met materialen eigen spel.

Bovenstaande fasen staat beschreven in ho. 7 en zijn in een voorgaande les  behandeld.



Slide 10 - Tekstslide

Manipulerend spel. (ongeveer de leeftijd van begin groep 1). Al manipulerend verkent het kind eigenschappen en kenmerken van allerlei voorwerpen. Dit legt niet alleen een goede basis voor allerlei reken- en wiskundige activiteiten, maar is ook voorwaarde om het spel te verdiepen. Pas dan gaan kinderen namelijk nieuwe betekenissen aan die materialen verbinden. En die betekenissen zijn weer van belang om tot goed rollen- en constructiespel te kunnen komen.

Als een kind het spelmateriaal niet kent, dan zal hij het open en onderzoekend benaderen. Dit noem je manipulerend spel. 
Wat is jouw rol/taak als OA, wanneer de leerlingen spelen in de hoeken?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De rol van de leraar/OA bij spelend leren



*  Observator
* Bemiddelaar
* Speelmaatje 
*Toneelmeester 








Slide 12 - Tekstslide

Zie filmpje en licht de antwoorden toe.

Rol van de leraar:

Bij de begeleiding van het spelen in hoeken heeft de leraar verschillende rollen. Hij/zij kan het spel observeren, sturen, beïnvloeden, stimuleren, begeleiden.
De leerkracht is in de eerste plaats echter een observator. 
Sturen beïnvloeden, stimuleren, begeleiden is alleen nodig wanneer kinderen zelf geen rijk spel laten zien.
Daarnaast is de leerkracht bemiddelaar, waarbij hij/zij interactie uitlokt tussen kinderen.
Verder is de leerkracht een speelmaatje, waarbij hij/zij meespeelt vanuit een gelijkwaardige rol. Vanuit deze rol kan de leerkracht tijdens krachtige momenten iets toevoegen.
Belangrijk is wel om daarbij de leiding van het spel bij de leerling te houden.Je bent als toneelmeester verantwoordelijk voor het inzetten van krachtige en uitnodigende materialen

Wie doet dit al?
Wie heeft er ervaring?
Op welke manier doet je PO dit?
Gesprek over stimuleren van spel bij het jonge kind.

Slide 13 - Video

Dit zijn de antwoorden op de voorgaande vragen. 

Hoe doen de studenten dit nu? 
Hoe doet de PO dit? 
Wat zien ze terug in de praktijk? 

Hoe kun je spel bij kleuters het best begeleiden tijdens het spelen?
A
Door veel vragen te stellen
B
Door het spel te sturen vanaf de zijlijn
C
Door aan te sluiten bij het spel van de kinderen
D
Door een spelscript bij de hoek te maken

Slide 14 - Quizvraag

Voorspellende vraag. Antwoord staat in het filmpje 

Juiste antwoord:
Meegaan in het spel van de kinderen en hierbij aan te sluiten om zo de ontwikkeling te stimuleren. 

Zie filmpje voor toelichting


Verschillende manier om het spel te begeleiden:
  1. Speel mee in de hoeken
  2. Observeer het spel van het kind en sluit daarbij aan
  3.  Verrijk het spel door iets nieuws toe te voegen of nieuwe begrippen te introduceren
  4. Biedt demonstratiespel aan in de kring                           (Kinderen spelen dit later na in de hoek)

Slide 15 - Tekstslide

Bespreek ieder punt. 
Hoe kun je dit aanpakken in de klas?

Samendvattend:

Meespelen verrijkt het spel. verdeel de rollen en speel zelf een van de rollen. 

Spelbegeleiding in de kring
Gedurende het thema wisselen de verschillende vormen van spelbegeleiding elkaar af. Aan het begin van het thema beginnen we vaak met demonstratiespel in de grote kring. We nemen materialen uit de hoek mee in de kring en demonstreren welke spelhandelingen hierbij passend zijn. Ik laat in de kring bijvoorbeeld zien hoe de fietsenmaker een band plakt, hoe je een fietsenkeuring doet of hoe je een gesprek voert met je klant. Hierbij gebruik ik taal die de kinderen later ook kunnen gebruiken in de hoeken. Bijvoorbeeld: ‘Goedemorgen, kan ik u helpen?’.
Zie volgend filmpje

Slide 16 - Link

Demonstratiespel

Welke manier van spelstimulering zag je in het filmpje?
A
Pantomime spel
B
Demonstratiespel
C
Meespelen
D
Manipulatief spel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag:
  • Wat is jouw ervaring op het gebied van spelbegeleiding?
  • Stel: het spel in een bepaalde hoek of tussen bepaalde kinderen verloopt niet goed. Wat zou jij dan kunnen doen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Het spelscript" brengt het spel op een hoger niveau

  1. Verhaallijn voor in de hoeken
  2. Biedt houvast  tijdens het rollenspel
  3. Gebruik plaatjes, picto's of tekeningen
  4. Oefen het script/ spel eerst in de kring 
  5. Daarna spelen de kinderen het zelf na

Slide 19 - Tekstslide

Sommige kinderen hebben houvast nodig tijdens het rollenspel. Op een spelscript staat de volgorde van de handelingen en de inhoud van de verschillende rollen. Je werkt met foto's, picto's of plaatjes. Deze kun je ook samen met de kinderen maken of uit een boek halen.
Gebruik het alleen waar kinderen zelf niet tot spel komen. Oefen eerst in de kring of doe het voor in de hoek zelf. 
Hang de kaartjes in de juiste leesrichting. 
Geef kinderen regelmatig informatie over het thema. Dan kunnen ze het rollenspel ook beter spelen in de hoek. 

Tip:
maak een spelscript samen met de kinderen. Maak foto's of gebruik plaatjes uit boeken. 
Voorbeeld spelscript

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Maak in tweetallen een opzet voor een themahoek
  1. Welk thema kies je?
  2. Welke materialen kun je in de hoek gebruiken
  3. kies een verhaal uit die de leerkracht kan aanbieden in de kring en die de kinderen na kunnen spelen in de hoek
  4. Op welke manier zou je het spel in de hoeken aanbieden?
  5. Welke vorm van begeleiding zou jij als OA gebruiken om het spel op een hoger niveau te krijgen?

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht facultatief, wanneer er tijd over is. Kan ook mondeling besproken worden. 

Is niet voor een cijfer/ beoordeling....