Les 3 Kapitel 1 persoonlijk voornaamwoord plus het werkwoord sein

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen:)

Was machen wir heute?

Huiswerk nabespreken

Wiederholung Fragewörter

Het persoonlijk voornaamwoord

Werkwoord sein

Lernziele 

*Je kunt eenvoudige teksten over personen begrijpen.

*Je kent de betekenis van de woorden van de Lernliste D-N: C Lesen.

*Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken.

*Je kunt het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Was wisst ihr noch?

Wiederholung Zahlen und Fragewörter

Die Zahlen

Ga allemaal staan:)

Wat?

Wie?

Waar?

Waarvandaan?

Hoe?

Was?

Wer?

Wo?

Woher?

Wie?

[Hoe] heißt deine Schwester?

1. Wo
2. Wann
3. Wer
4. Wie

[Wat] ist deine Handynummer?

1. Wer
2. Wann
3. Was
4. Warum

[Hoe] alt bist du?

1. Wie
2. Wo
3. Was
4. Wann

[Wie] ist das? Das ist Henk, mein Vater.

1. Wie
2. Was
3. Wann
4. Wer

[Waarvandaan] kommt er? Er kommt aus Stuttgart.

1. Warum
2. Welche
3. Wo
4. Woher

[Waar] kann man am besten Shoppen in München?

1. Wo
2. Wohin
3. Woher
4. Wann

[Hoe] geht es dir?

1. Wo
2. Wann
3. Woher
4. Wie

Hausaufgaben (nabespreken)

Aufgabe 2 und 3, Seite 17

Aufgabe 4,5 und 6, Seite 18

Aufgabe 7,8 und 9, Seite 19

Regel entdecken

Macht Aufgabe 12, Seite 22

Lees de tekst en kleur de persoonlijke voornaamwoorden rood. Kleur de vormen van het werkwoord sein blauw

Erklärung des Personalpronomens (persoonlijk voornaamwoord)

Auswendig lernen!

Het werkwoord (das Verb) sein 

Auswendig lernen!!!!

      Macht die Folgenden Aufgaben

Aufgabe 13, Seite 22

Aufgabe 15, Seite 23

SlimStampen grammatica het persoonlijk voornaamwoord plus het werkwoord sein of blz 31

Tijd over Gimkit

Was haben wir heute gelernt?

Persoonlijk voornaamwoorden

Werkwoord sein

Neue Wörter

Hausaufgaben

Aufgabe 13, Seite 22

Aufgabe 14, Seite 23

Aufgabe 10 und 11, Seite 20

Lernen

SlimStampen Lernliste D-N:C Lesen en grammatica het persoonlijk voornaamwoord plus het werkwoord sein.

Let op: oortjes mee en zorg dat je chromebook opgeladen is!

Nächste Stunde

Oortjes mee!!!

Wiederholung -->
Het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord sein.

Sprechen (alfabet/uitspraak en mini gesprekken voeren)

Auf Wiedersehen