Proeftoets Arm & Rijk

Hoe armer een land hoe
A
hoger de bevolkingsdichtheid
B
hoe hoger de verstedelijkingsgraad
C
lager het geboortecijfer
D
lager het percentage ouderen in de bevolking
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Hoe armer een land hoe
A
hoger de bevolkingsdichtheid
B
hoe hoger de verstedelijkingsgraad
C
lager het geboortecijfer
D
lager het percentage ouderen in de bevolking

Slide 1 - Quizvraag

Wat is juist in Afrika...
A
is gemiddeld 60% analfabeet
B
kan gemiddeld de helft van de volwassenen lezen
C
zijn de minste analfabeten te vinden in de centraal gelegen landen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde bij de transporttheorie van Ullman?
Complementariteit
Transporteerbaarheid
Tussenliggende mogelijkheden

Slide 3 - Sleepvraag

Welk onderdeel uit de interactietheorie van Ullman is door de dichte grenzen veranderd?
A
complementariteit
B
transporteerbaarheid
C
tussenliggende mogelijkheden
D
geen van bovenstaande antwoorden

Slide 4 - Quizvraag

Kwantitatieve honger is
A
geen gebrek aan kcal
B
vooral tekort aan eiwitten
C
langdurig tekort aan energiebronnen
D
hetzelfde als ondervoeding

Slide 5 - Quizvraag

voedselzekerheid is
A
>75% van de bevolking heeft geen honger
B
omgekeerde van kwalitatieve honder
C
bestaat alleen als de hoeveelheid voedsel gewaarborgd is
D
bestaat vooral in ontwikkelde landen

Slide 6 - Quizvraag

Noem een etisch argument tegen GM

Slide 7 - Open vraag

Bodemdegradatie door hoge verdamping is vooral ... (1 woord, zonder hoofdletter)

Slide 8 - Open vraag

welk begrip: overheden die transparant, controleerbaar en rechtvaardig werken (2 worden)

Slide 9 - Open vraag

welk begrip: nieuwe zaden zorgen voor betere oogstproductie

Slide 10 - Open vraag

Waarom is het drinkwater vaak niet veilig
A
vaak uit vervuilde rivieren gehaald
B
gebruikt voor landbouwirrigatie
C
besmettelijke ziekten zoals tyfus
D
geen goed rioleringsstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Het zijn vooral de arme landen waar veel mensen geen veilig drinkwater hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In Europa hebben alle inwoners toegang tot veilig drinkwater
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Het zijn alleen de droge landen waar veel inwoners geen veilig drinkwater hebben
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Hoe dichter bevolkt een land is, hoe minder toegang tot veilig drinkwater.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Begrip: natuurlijk gevolg van oppompen van teveel grondwater.

Slide 16 - Open vraag

noem 4 nadelen van het plaatsen van een dam.

Slide 17 - Open vraag

Welk begrip?
Landbouw die is gericht op het maken van winst.

Slide 18 - Open vraag

Welk begrip?
Sterke stijging van de landbouwproductie door de toepassing van hybride graanvariëteiten.

Slide 19 - Open vraag

Welk begrip?
Niet-commerciële organisatie, die onafhankelijk van de overheid ideële doelen probeert te bereiken.

Slide 20 - Open vraag

In ontwikkelingslanden is het percentage bevolking dat in de landbouw werkt...
A
Laag
B
Hoog

Slide 21 - Quizvraag

Landbouw bestemd voor handel is...
A
Zelfverzorgend
B
Commercieel

Slide 22 - Quizvraag

Kwantitatieve honger
Hongersnood
Kwalitatieve honger
Ondervoeding
(Acuut) gebrek aan voedsel
langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
te weinig eiwitten en/of vitaminen
voortdurend te weinig of te eenzijdig eten 

Slide 23 - Sleepvraag

Genetische modificatie/manipulatie. Kies de stelling die niet waar is.
A
Hiermee kan je ideale gewassen creëren.
B
Minder bestrijdingsmiddelen nodig.
C
De machtspositie multinationale ondernemingen neemt toe.
D
Het is meestal goedkoper.

Slide 24 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij. Het westen voert oneerlijke concurrentie met landen in Afrika vanwege
A
Subsidies eigen landbouw
B
Het gebruik van dollars als munteenheid.
C
Dumping op in Afrikaanse landen
D
Invoertarieven op buitenlandse producten

Slide 25 - Quizvraag