het bezittelijk vwd

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Travaillle à deux. / Werk met z'n tweeën.
Réponds aux questions suivantes. / Geef antwoord op de volgende vragen.
Comment ça va?
Quel âge as-tu?
Tu habites où?
Tu es en quelle classe?
Qui est ton prof de français?
Les nombres 1 jusqu'à 100

Slide 2 - Tekstslide

klassenregels
We werken rustig samen in de klas, ook online betekent dit dat we elkaar laten uitpraten.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook aan de kant.
We hebben onze camera aan en steken ons ‘gele handje’ of onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
In de chat zetten we alleen nuttige opmerkingen en/of vragen.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

Slide 3 - Tekstslide

Le planning
Parler français
La grammaire: le pronom possessif
Les devoirs


Slide 4 - Tekstslide

Verschil NL - FRA
NL : 1 woord --> FRA: 2 of 3 woorden
mijn = mon, ma, mes
jouw = ton, ta, tes
zijn/haar = son, sa, ses
onze = notre, nos
jullie/uw = votre, vos
hun = leurs

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

bezittelijk voornaamwoord
mijn (mannelijk enkelvoud)
A
ma
B
mes
C
ton
D
mon

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
C'est ma prof.
A
C'est
B
ma
C
prof

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juist bezittelijk voornaamwoord.
C'est...adresse. (jouw)

A
ta
B
ton
C
tes

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:
............. village est petit
A
Leurs
B
Leur

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in :
Gaston aime (zijn) tante.
A
son
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 11 - Quizvraag

Vul het bezittelijk voornaamwoord in

Ce sont (mijn) chaussures
A
mon
B
ma
C
leurs
D
mes

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Mon copain est Pierre.
A
Mon
B
copain
C
est
D
Pierre

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jouw'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses

Slide 14 - Quizvraag

Als een woord vrouwelijk enkelvoud is maar begint met een klinker, welk bezittelijk voornaamwoord krijg je dan?
A
Mon/ton/son
B
Ma/ta/sa

Slide 15 - Quizvraag

wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord "ons" in het Frans
A
votre votre vos
B
ton ta tes
C
notre notre nos

Slide 16 - Quizvraag

Combineer
mijn schriften
jouw boeken
mijn tafel
mijn poster
jouw stoel
jouw leraar
tes livres
ton prof
ta chaise
mon poster
mes cahiers
ma table

Slide 17 - Sleepvraag

Les devoirs
Chapitre 3

Slide 18 - Tekstslide