In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
PROEFTOETS PLURIFORME SAMENLEVING
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een pluriforme samenleving?
Slide 2 - Open vraag
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
Slide 3 - Quizvraag
Ajax-supporter
A
Tegencultuur
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
Slide 4 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een ........................................ subcultuur
A
etnische
B
religieuze
C
muzikale
D
politieke
Slide 5 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een ........................................ subcultuur
A
etnische
B
religieuze
C
plaatsgebonden
D
politieke
Slide 6 - Quizvraag
Bas (17) is tijdens carnaval ontzettend trots op zijn provincie: "Wij Limburgers weten hoe we carnaval moeten vieren. Maanden zijn we bezig met de voorbereidingen voor een originele outfit" Dit is een voorbeeld van een subcultuur per....
A
tijd
B
plaats
C
groep
Slide 7 - Quizvraag
Nederlanders zijn gierig, dat is een
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit
Slide 8 - Quizvraag
Sonja is zielig, want zij zit in een rolstoel. Dit is een
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit
Slide 9 - Quizvraag
"Blonde vrouwen zijn dom"
A
vooroordeel
B
stereotype
Slide 10 - Quizvraag
Beschrijf in je eigen woorden waarom tolerantie en respect belangrijk zijn in een pluriforme samenleving. Laat goed merken dat je weet wat de drie begrippen inhouden!
Slide 11 - Open vraag
Wat heeft dit plaatje met discriminatie te maken? In je antwoord laat je duidelijk merken dat je weet wat discriminatie betekent.
Slide 12 - Open vraag
Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat het verschil is tussen een cultuur die individualistisch en een cultuur die collectivistisch is.
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent tolerantie?
A
Dat je in de meerderheid bent
B
Dat je iedereen goed vind en accepteert hoe die is
C
Dat je niet iedereen accepteert maar alleen je eigen volk
D
Dat je alleen naar jezelf kijkt en niet naar anderen
Slide 14 - Quizvraag
Verhuizen naar een ander land...
A
immigreren
B
exporteren
C
emigreren
D
importeren
Slide 15 - Quizvraag
Geef 2 voorbeelden elk, van westerse en niet-westerse migranten in Nederland.
Slide 16 - Open vraag
Noem 4 belangrijke oorzaken waarom mensen naar Nederland komen.
Slide 17 - Open vraag
Een asielzoeker is iemand die uit zijn land is gevlucht omdat hij gevaar loopt vanwege zijn politieke mening.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noemen we nu mensen die in Nederland willen werken?
A
Vluchtelingen
B
Illegalen
C
Arbeidsmigranten
D
Asielzoekers
Slide 19 - Quizvraag
Welke politiek stroming is voorstander van een pluriforme samenleving waarin nieuwkomers zelf verantwoordelijk zijn voor het leren van de taal en het zoeken naar werk?
A
Liberalisme
B
Sociaaldemocratie
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen?
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
D
basisregels
Slide 21 - Quizvraag
Integratie:
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 22 - Quizvraag
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 23 - Quizvraag
Bij wie past deze uitspraak: 'seks voor het huwelijk is verboden'
A
gematigde gelovigen
B
fundamentalistische gelovigen
Slide 24 - Quizvraag
Twee stellingen: 1. Fundamentalisme staat voor teruggaan naar de basis van het geloof, letterlijk nemen wat in het heilige boek staat. 2. Alleen in de Islam komt fundamentalisme voor.