Proeftoets H4 Pluriforme samenleving

PROEFTOETS PLURIFORME SAMENLEVING
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PROEFTOETS PLURIFORME SAMENLEVING

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een pluriforme samenleving?

Slide 2 - Open vraag


A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 3 - Quizvraag

Ajax-supporter
A
Tegencultuur
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
een ........................................
subcultuur
A
etnische
B
religieuze
C
muzikale
D
politieke

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
een ........................................
subcultuur
A
etnische
B
religieuze
C
plaatsgebonden
D
politieke

Slide 6 - Quizvraag

Bas (17) is tijdens carnaval ontzettend trots op zijn provincie: "Wij Limburgers weten hoe we carnaval moeten vieren. Maanden zijn we bezig met de voorbereidingen voor een originele outfit"
Dit is een voorbeeld van een subcultuur per....
A
tijd
B
plaats
C
groep

Slide 7 - Quizvraag

Nederlanders zijn gierig, dat is een
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit

Slide 8 - Quizvraag

Sonja is zielig, want zij zit in een rolstoel. Dit is een
A
vooroordeel
B
stereotype
C
feit

Slide 9 - Quizvraag

"Blonde vrouwen zijn dom"
A
vooroordeel
B
stereotype

Slide 10 - Quizvraag

Beschrijf in je eigen woorden waarom tolerantie en respect belangrijk zijn in een pluriforme samenleving. Laat goed merken dat je weet wat de drie begrippen inhouden!

Slide 11 - Open vraag

Wat heeft dit plaatje met discriminatie
te maken?
In je antwoord laat je duidelijk merken
dat je weet wat discriminatie betekent.

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent tolerantie?

A
Dat je in de meerderheid bent
B
Dat je iedereen goed vind en accepteert hoe die is
C
Dat je niet iedereen accepteert maar alleen je eigen volk
D
Dat je alleen naar jezelf kijkt en niet naar anderen

Slide 13 - Quizvraag

Verhuizen naar een ander land...
A
immigreren
B
exporteren
C
emigreren
D
importeren

Slide 14 - Quizvraag

Geef 2 voorbeelden elk, van westerse en niet-westerse migranten in Nederland.

Slide 15 - Open vraag

Noem 4 belangrijke oorzaken waarom mensen naar Nederland komen.

Slide 16 - Open vraag

Een asielzoeker is iemand die uit zijn land is gevlucht omdat hij gevaar loopt vanwege zijn politieke mening.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen we nu mensen die in Nederland willen werken?
A
Vluchtelingen
B
Illegalen
C
Arbeidsmigranten
D
Asielzoekers

Slide 18 - Quizvraag