KERN havo 4 paragraaf 2 Ontstaan van taal

Terugblik Mens & taal
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Terugblik Mens & taal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1a
"Taal vergroot de werkelijkheid."
Noem de verschillende manieren
waarop taal de belevingswereld
van de mens vergroot.

Slide 2 - Woordweb

- Dankzij taal kun je je gedachten vormgeven en met anderen delen.
- Dankzij taal kun je over gebeurtenissen in het verleden en in de toekomst praten.
- Dankzij taal kun je over abstracte zaken praten.
- Dankzij taal kun je kennis overdragen. 
Noem de verschillende manieren waarop taal de belevingswereld van de mens vergroot.
 - Dankzij taal kun je je gedachten vormgeven en met anderen delen.
- Dankzij taal kun je over gebeurtenissen in het verleden en in de toekomst praten.
- Dankzij taal kun je over abstracte zaken praten.
- Dankzij taal kun je kennis overdragen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2
Waarom is taal productief?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 3
Is er een relatie tussen het woord 'school' en het gebouw waarin jij je lessen volgt? Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren of aangeleerd?
Een papegaai die 'lekker ding' naar voorbijgangers roept.
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren of aangeleerd?
Een baby die huilt.
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren of aangeleerd?
Een ezel die balkt.
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren of aangeleerd?
Een baby die 'tatata' brabbelt.
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren of aangeleerd?
Een volwassene die 'koetsjiekoetsjie' tegen een baby zegt.
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt een menselijke taal uniek? Leg uit in je eigen woorden.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 2 Ontstaan van taal

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies