Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1e, 2e en 3e persoon
Doel
Ik
weet
wat
1e, 2e en 3e persoon
is en
kan
zinnen in een andere persoon
omzetten
.
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Doel
Ik
weet
wat
1e, 2e en 3e persoon
is en
kan
zinnen in een andere persoon
omzetten
.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoe vind ik het onderwerp in een zin?
Slide 5 - Open vraag
Zinnen in de
1e persoon enkelvoud
Ik
loop
naar huis.
Ik
val
naar beneden.
Ik
bak
een taart.
Zinnen in de
1e persoon meervoud
Wij
lopen
naar huis.
Wij
vallen
naar beneden.
Wij
bakken
een taart.
Slide 6 - Tekstslide
Zinnen in de
2e persoon enkelvoud
Je
kijkt
zo verdrietig.
Gaat
u
naar de supermarkt?
Jij
moet
nu stoppen.
Zinnen in de
2e persoon meervoud
Jullie
kijken
zo verdrietig.
Gaan
jullie
naar de supermarkt?
Jullie
moeten
nu stoppen.
Slide 7 - Tekstslide
Zinnen in de
3e persoon enkelvoud
De hond
loopt
gek.
Het cadeau
ligt
op tafel.
Hij
is
erg lief.
Zinnen in de
3e persoon meervoud
De honden
lopen
gek.
De cadeaus
liggen
op tafel.
Zij
zijn
erg lief.
Slide 8 - Tekstslide
Ik zal je iets vertellen
A
1e EV
B
2e EV
C
1e MV
D
3e EV
Slide 9 - Quizvraag
Zij kijkt glimlachend naar mij.
A
2e persoon EV
B
1e persoon MV
C
3e persoon EV
D
1e persoon EV
Slide 10 - Quizvraag
Je at toen zelfs bloembollen
A
1e persoon EV
B
2e persoon EV
C
3e persoon EV
D
4e persoon EV
Slide 11 - Quizvraag
Heeft u wel eens slakken gegeten?
A
3e persoon EV
B
1e persoon MV
C
2e persoon EV
D
2e persoon MV
Slide 12 - Quizvraag
Hebben jullie het bord gezien?
A
1e persoon MV
B
2e persoon MV
C
1e persoon EV
D
3e persoon MV
Slide 13 - Quizvraag
Wij kennen de verkeersregels.
A
2e persoon EV
B
1e persoon MV
C
3e persoon MV
D
1e persoon EV
Slide 14 - Quizvraag
"Ik loop naar huis."
Zet bovenstaande zin in 1e persoon meervoud.
Slide 15 - Open vraag
"Wat gaan we doen?"
Zet bovenstaande zin in de 1e persoon enkelvoud.
Slide 16 - Open vraag
"Voel jij je ook wel eens eenzaam?"
Zet bovenstaande zin in de 3e persoon enkelvoud.
Slide 17 - Open vraag
"Zij lacht om mijn grap."
Wat is het hele werkwoord van "lacht"?
Slide 18 - Open vraag
"Ik geloof in mezelf."
Wat is het hele werkwoord van "geloof"?
Slide 19 - Open vraag
"Hij vindt de les interessant."
Wat is het hele werkwoord van "vindt"?
Slide 20 - Open vraag
Schrijf de hij-vorm (3e persoon) van het werkwoord op.
Ik woon in een flat.
A
wonen
B
woont
C
woon
D
gewoond
Slide 21 - Quizvraag
Schrijf de ik-vorm (1e persoon) van het werkwoord op.
Wij voetballen de hele middag.
A
voetbal
B
voetbalt
C
voetballen
D
gevoetbald
Slide 22 - Quizvraag
Schrijf de jij-vorm (2e persoon) van het werkwoord op.
Hij is vandaag niet thuis.
A
is
B
ben
C
zijn
D
bent
Slide 23 - Quizvraag
Schrijf de ik-vorm (1e persoon) van het werkwoord op.
Wat hoor ik daar?
A
hoor
B
hoort
C
horen
D
daar
Slide 24 - Quizvraag
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 25 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
11. Thema 2, week 1 Les 2 1e, 2e en 3e persoon
Mei 2019
- Les met
36 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
11. Thema 2, week 1 Les 2 1e, 2e en 3e persoon
Oktober 2023
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
61 1e, 2e en 3e persoon
Mei 2024
- Les met
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
TA7 2.4.16 1e 2e 3e persoon
November 2022
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
11. Thema 2, week 1 Les 2 1e, 2e en 3e persoon
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Thema 5, week 1 Les 4, 1e, 2e em 3e persoon
Januari 2021
- Les met
37 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
TA6 5.1.4 1-2-3e persoon
Januari 2022
- Les met
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Thema 5, week 1 Les 4, 1e, 2e em 3e persoon
Januari 2021
- Les met
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 6