Les 1: Wat is politiek?

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Maatschappijkunde 2024-2025
Hieronder zie je de toetsen en onderwerpen van het examenjaar: 

  • Periode 1: SE (schoolexamen) Criminaliteit
  • Periode 2: SE (schoolexamen) Politiek
  • Periode 3: SE (schoolexamen Facet) Criminaliteit + Politiek
  • Periode 4: CE (Centraal Examen) Criminaliteit + Politiek

De P.O. (het kwartetspel) is ook een SE, deze hebben jullie vorig jaar al gemaakt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 1: Wat is politiek? 

Maatschappijkunde Basis 4
2024-2025
POLITIEK

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vorig jaar
geleerd over Politiek?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kent de begrippen: politiek en politici (R)
  2. Je kent de drie bestuurlijke niveaus in de Nederlandse politiek (R)
  3. Je kunt uitleggen welke rol de politiek speelt bij maatschappelijke problemen (T)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
Overal waar mensen samenleven, bestaan regels en afspraken. Regels zorgen voor orde en voor veiligheid. Je bent bijvoorbeeld verplicht een helm te dragen op een brommer om te voorkomen dat je ernstig gewond raakt als je valt. Welke regels er precies worden afgesproken, bepaalt de politiek. Politiek kun je dus omschrijven als het maken van regels die helpen bij het besturen van een land, gemeente of provincie. 

Regels en afspraken kun je moeilijk met 17 miljoen Nederlanders maken. Daarom kiezen we politici die dat voor ons doen. Politici zijn mensen die van politiek hun werk hebben gemaakt. We noemen ze ook wel volksvertegenwoordigers omdat ze hun werk namens de bevolking doen. Ze besturen ons land en proberen belangrijke maatschappelijke problemen op te lossen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke niveaus
In Nederland zijn drie bestuurlijke niveaus, namelijk: 

1. Het land (nationaal bestuur)
2. De provincie
3. De gemeente (lokaal bestuur) 

Elk niveau heeft zijn eigen politieke bestuurders en zij nemen de besluiten die voor hun werkgebied van belang zijn. Behalve in Nederland worden ook in de Europese Unie veel politieke besluiten genomen. Dankzij Europese regels kan je bijvoorbeeld in heel Europa voor hetzelfde tarief mobiel bellen en internetten. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben invloed
Als je 18 bent geworden, mag je elke paar jaar naar de stembus. De ene keer om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen, de andere keer om een nieuwe gemeenteraad te kiezen. Je stemt dan op een partij en alle politieke partijen willen graag dat jij voor hun partij kiest. Ze vertellen via televisie, kranten en sociale media over hun plannen. Bijvoorbeeld meer geld voor de zorg of meer doen tegen milieuvervuiling. Iedereen kiest voor de partij die het best bij hem of haar past. Voor de een is dat PvdA, een ander kiest PVV of de Partij voor de Dieren.

Door te stemmen heb je invloed op de politiek. Er zijn ook andere manieren. Ben je het niet eens met een snelweg langs je dorp, dan kun je demonstreren. Of misschien wil je dat de overheid ervoor zorgt dat jongeren meer kunnen sporten. Je kunt dan een brief schrijven naar de Tweede Kamer of een handtekeningenactie beginnen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke problemen
Kenmerken van een maatschappelijk probleem: 

  1. Het gaat altijd om een situatie of gebeurtenis in de maatschappij die door veel mensen wordt afgekeurd
  2. Er bestaan verschillende meningen over de oorzaken van het probleem en hoe het moet worden opgelost
  3. Het vraagstuk krijgt veel aandacht van de media
  4. Het probleem kan het best worden opgelost door de overheid 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden en normen
Waarden zijn de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven. Vrijheid, gelijkheid en eerlijkheid zijn voorbeelden van waarden. Niet iedereen vindt dezelfde waarden even belangrijk. 

Bij waarden horen altijd bepaalde normen, dat zijn regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen. Als jij de waarde duurzaamheid belangrijk vindt, ben je waarschijnlijk voor een hogere belasting voor vervuilende auto's.. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangen
Belangen spelen bij het oplossen van een maatschappelijk probleem een grote rol. Een belang is het voordeel dat je ergens van hebt. Lang niet iedereen heeft dezelfde belangen. Zo heeft een werknemer belang bij een hoog loon, maar wil een werkgever de loonkosten liever laag houden. Je noemt dit belangentegenstelling: het belang van de een botst met het belang van de ander. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht en machtsmiddelen
Als burger hoop je dat de overheid rekening houdt met jouw belangen, zeker als het gaat om de oplossing van maatschappelijke problemen. Dan helpt het als je macht hebt. Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beinvloeden. Daarbij maak je gebruik van machtsmiddelen: middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beinvloeden. 

Voorbeelden van machtsmiddelen zijn: geld, een functie een beroep, kennis, overtuigingskracht en aanzien. Als je in een ziekenhuis ligt, heeft een arts macht over je. Een werkgever heeft macht omdat hij iemand kan ontslaan. Ook vaardigheden zijn machtsmiddelen, zoals het goed kunnen spreken in het openbaar. Ten slotte speelt ook de macht van het getal een grote rol (denk aan stakingen en demonstraties). 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen
  • Je functie en beroep
  • Je kennis en vaardigheden
  • Je overtuigingskracht, gezag of charisma
  • Je wettelijke bevoegdheden
  • De hoeveelheid geld die je hebt
  • Het aantal mensen dat samen iets wil
  • Contact hebben met de media
  • Contact hebben met invloedrijke personen
  • Deel uitmaken van adviesorganen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken


Examenkatern Politiek (Essener)
Opdracht 5 t/m 10 (blz. 9-10) 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor volgende keer
Invullen: begrippen en samenvatting H1 (blz. 11)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen H1
  • Politiek
  • Politici
  • Politieke besluitvorming
  • Ambtenaren
  • Overheid
  • Overheidsbeleid
  • Verzorgingsstaat
  • Algemeen belang
  • Maatschappelijk probleem
  • Waarden
  • Normen
  • Belangen 
  • Belangentegenstelling
  • Macht
  • Machtsmiddelen
  • Politieke agenda
  • Dilemma

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies