Biotisch vs abiotisch: Hoe verschillende factoren de natuur beïnvloeden

Biotisch vs abiotisch: Hoe verschillende factoren de natuur beïnvloeden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Biotisch vs abiotisch: Hoe verschillende factoren de natuur beïnvloeden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen het verschil tussen biotische en abiotische factoren uitleggen en voorbeelden geven van elke soort factor.

Slide 2 - Tekstslide

Begin de les door het leerdoel te introduceren en te bespreken met de leerlingen.
Wat weet je al over biotische en abiotische factoren in de natuur?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Biotische factoren
Biotische factoren zijn levende organismen die een invloed hebben op andere levende organismen. Voorbeelden zijn planten, dieren, schimmels en bacteriën.

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken wat biotische factoren zijn en enkele voorbeelden geven. Vraag leerlingen om hun eigen voorbeelden te delen.
Abiotische factoren
Abiotische factoren zijn niet-levende factoren die een invloed hebben op een ecosysteem. Voorbeelden zijn zonlicht, temperatuur, water en bodem.

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken wat abiotische factoren zijn en enkele voorbeelden geven. Vraag leerlingen om hun eigen voorbeelden te delen.
Interacties tussen biotische en abiotische factoren
Biotische en abiotische factoren zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. Bijvoorbeeld: planten hebben zonlicht nodig om te groeien, maar hebben ook water en voedingsstoffen uit de bodem nodig.

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken hoe biotische en abiotische factoren met elkaar verbonden zijn en hoe ze elkaar beïnvloeden.
Praktijkvoorbeelden
Bekijk enkele praktijkvoorbeelden van biotische en abiotische factoren in actie, zoals het effect van temperatuur op de groei van planten of het effect van roofdieren op de populatie van prooidieren.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen enkele praktijkvoorbeelden zien en vraag hen om te beschrijven welke factoren er in elke situatie aanwezig zijn.
Quiz
Test de kennis van de leerlingen met een quiz over biotische en abiotische factoren. Laat de leerlingen individueel of in groepen werken en bespreek de antwoorden nadien.

Slide 8 - Tekstslide

Maak een quiz met enkele vragen over biotische en abiotische factoren en laat de leerlingen deze beantwoorden. Bespreek nadien de antwoorden met de klas.
Toepassingen in het echte leven
Bespreek hoe kennis over biotische en abiotische factoren kan worden toegepast in het echte leven, bijvoorbeeld bij het kweken van gewassen of het beschermen van een ecosysteem.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen nadenken over hoe kennis over biotische en abiotische factoren kan worden toegepast in het echte leven.
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en zorg ervoor dat de leerlingen het verschil tussen biotische en abiotische factoren begrijpen.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en zorg ervoor dat de leerlingen het verschil tussen biotische en abiotische factoren begrijpen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.