Herhaling grammatica (présent, p.c, futur simple + proche)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Répétition des temps

Présent, Passé Composé, Futur proche + simple

Wat weet je nog over de tijden?

Le présent (het heden)

ik loop, wij eten, zij kopen
je marche, nous mangons, elles vendent

• ww op - er + e, es, e, ons, ez, ent
• ww op -ir + is, is, it, issons, issez, issent
• ww op -re + s, s, -, ons, ez, ent

Vervoeg het werkwoord:
attendre (vous)

Vervoeg het werkwoord:
finir (nous)

Vervoeg het werkwoord:
regarder (elles)

Le passé composé

(De voltooid tegenwoordige tijd)

Ik heb gelopen, wij hebben gegeten, zij hebben gekocht

J'ai marché, nous avons mangé, elles ont vendu

avoir / etre + 

• ww op - er + é
• ww op -ir + i
• ww op -re + u

Wanneer etre of avoir?

Vervoeg het werkwoord (pc):
attendre (vous)

Vervoeg het werkwoord (pc):
finir (nous)

Vervoeg het werkwoord (pc):
aller (elles)

Attention!

Gebruik je ''etre'' als hulpwerkwoord (ipv avoir):

Je suis allé(e)

Tu es allé(e)

Il est allé

Elle est allée

Nous sommes allé(e)s

Vous êtes allé(e)(s)

Ils sont allés

Elles sont allées

Nous (choisir)

1. Nous avons choisi
2. Nous sommes choisis

Elle (rentrer)

1. elle a rentré
2. elle est rentrée
3. elle est rentré
4. elle est rentrés

Futur simple + futur proche

Futur simple = ik zal eten (je mangerai) (je gaat iets doen ooit in de toekomst)

Futur proche = ik ga eten (je vais manger) (gaat sowieso zeer binnenkort gebeuren)

Futur simple = heel ww + ai, as, a, ons, ez, ent

Futur proche = aller (gaan) + heel ww 

Vervoeg het werkwoord (FS):
attendre (vous)

Vervoeg het werkwoord (fs):
finir (nous)

Vervoeg het werkwoord (fs):
regarder (elles)

Vervoeg het werkwoord (FP):
attendre (vous)

Vervoeg het werkwoord (fs):
finir (nous)

Vervoeg het werkwoord (fs):
regarder (elles)

Schrijf een zin in de futur proche

Conseils

- Vul je werkwoordbladen in

- Maak deze Lessonup nog een keer

- Maak ook de lessonup over de Imparfait