Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden

Het voltooid deelwoord



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het voltooid deelwoord



Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Het voltooid deelwoord kunnen vormen van een infinitief.  
2. Zinnen kunnen maken met een hulpwerkwoord (hebben of zijn) en een voltooid deelwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Formatieve quiz
Je krijgt een formatieve quiz aan het einde van deze les.
Jouw quiz cijfer komt op Managebac te staan.
Dus: Let goed op, focus, doe mee, stel vragen, en doe je best!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord?
De voltooide tijd is de tijd dat iets klaar is:
Ik heb een film gekeken.
Wij hebben gisteren een broodje gegeten.

Je hebt 1 persoonsvorm en het 2e werkwoord is het voltooid deelwoord, dat aan het einde van de zin staat.

Slide 4 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden: 
Zwakke ww. veranderen NIET van klank en je kunt ze vervoegen volgens  SoFT KeTCHuPX

Stap 1. : Wat is de ik-vorm?
Stap 2: Wat is de laatste letter van het werkwoord - en?
Staat deze letter in  SoFT KeTCHuPX? (ja = -t / nee = -d)
Stap 3: Moet er ge- voor? Ja of Nee?

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering :
Geen ge- bij:
-er: erkennen: erkend
ver-: veranderen: veranderd be-: bekennen: bekend
her-: herinneren: herinnerd ge-: geloven: geloofd
 mis-: misleiden: misleid

Andere uitzonderingen: kijk naar de volgende slide

Slide 6 - Tekstslide

Soms krijg je "ge" niet aan het begin, maar in het midden
Dit gebeurt met werkwoorden, die uit 2 stukjes bestaan
Bijvoorbeeld:
inpakken: ingepakt
overstappen: overgestapt
afpakken: afgepakt
teleurstellen: teleurgesteld
opvegen: opgeveegd

Slide 7 - Tekstslide

MAAR: let op!
geüpload
geïnformeerd
gestofzuigd


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:
zweven:
1. ik-vorm = ik zweef (=basis)
2. werkwoord - en = zwev
laatste letter = v >> niet in  SoFT KeTCHuPX = -d
3. komt er ge- voor? ja

>>>> ik heb gezweefd

Slide 9 - Tekstslide


Wat is het voltooid deelwoord van
"reizen"
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "zagen"
timer
0:30

Slide 11 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "leven"?
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "herhalen"?
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "bepalen"?
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "afleren"?
timer
0:30

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van hergebruiken?
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Wat voor werkwoorden krijgen geen ge- vooraan?
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Bedenk 3 werkwoorden, die geen ge- vooraan krijgen.
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

Zinnen met een voltooid deelwoord
In zinnen met een voltooid deelwoord staat er altijd een hulpwerkwoord: 'hebben' of 'zijn' en heel soms 'worden'

Het voltooid deelwoord staat aan het einde van de zin.

Voorbeelden op de volgende slide:

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden
Wij hebben ons tijdens die stage geen seconde verveeld (vervelen)
Is haar houding inmiddels al verbeterd? (verbeteren)
Wanneer wordt haar de waarheid verteld? (vertellen)
Die klanten zijn altijd goed behandeld. (behandelen)
Dat verhuisbedrijf heeft Inge gisteren verhuisd. (verhuizen)
Mark is in het ziekenhuis beland. (belanden)
Jouw tuin is goed tegen de wind beschermd. (beschermen)
Eigenlijk heb ik die vrouw nooit geloofd. (geloven)
Hoeveel geld heb jij (geërfd? (erven)
Die hond is uit zijn lijden verlost. (verlossen)

Slide 20 - Tekstslide

Dat was 'm! Nu de quiz

Slide 21 - Tekstslide

Quiz
  1. Log in met je naam zoals die op MB staat.
  2. Lees de 4 antwoorden met alle aandacht.
  3. Denk goed na voordat je het antwoord kiest.

Score : .../ 15

SUCCES!

Slide 22 - Tekstslide