In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom klas 3B2
Ga rustig zitten volgens de plattegrond
Pak alvast je werkboek erbij.
Laptop blijft in de tas !.
Slide 1 - Tekstslide
H2 §2
Inkomsten uit bezit
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag:
Terugblik vorige les.
Uitleg
Aan de slag
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik vorige les
Inkomen uit arbeid
Loon verschillen
Andere inkomsten uit arbeid ( vakantiegeld< Toeslagen)
Loon in natura
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
wat inkomsten uit bezit zijn.
inkomsten uit bezit benoemen.
hoe een belegging in aandelen geld kan opleveren (of geld kan kosten).
Slide 5 - Tekstslide
Rente
Rente is een vergoeding voor het afstaan van geld.
De rente wordt berekend over het gespaarde bedrag.
De rente is voor iemand inkomen uit bezit.
Het bezit is zijn spaargeld.
Slide 6 - Tekstslide
Rente - rekenvoorbeeld
Rik heeft een jaar lang € 1000 op de bank laten staan.
Het rentepercentage is 3%.
De rente die Rik na een jaar krijgt, is
Stap 1)Wat is 1 %? € 1.000 : 100= € 10,-
Stap 2) Wat is 3 % ?= € 10 x 3= € 30,-
Slide 7 - Tekstslide
Vraag ?
Ruben heeft een jaar lang € 6.000 op de bank laten staan. Het rentepercentage is 2,5%.
Wat is de rente die Ruben na een jaar krijgt?
Pak je werkboek en rekenmachine.
Schrijf je berekening op blz 41.
Slide 8 - Tekstslide
Berekening
Stap 1) Wat is 1 % ? € 6000: 100= € 60,-
Stap 2) Wat is 2,5 % ? €60 x 2,5= € 150,-
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer je een huis bezit:
Je kunt je huis verhuren aan een ander.
Jij ontvangt dan huur.
Hoe hoger de waarde van je huis, hoe hoger de huur.
Slide 10 - Tekstslide
Pacht
Pacht is een vergoeding voor het afstaan van grond.
( Bijvoorbeeld een weiland)
Hoe hoger de waarde van de grond, hoe hoger de pacht.
Slide 11 - Tekstslide
Winst
Winst is het inkomen van een bedrijf (als de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven.)
Een ondernemer (eigenaar van het bedrijf) krijgt dan ook geen loon, maar keert zichzelf winst uit.
Slide 12 - Tekstslide
Michel is eigenaar van een goedlopende supermarkt. Hij werkt er zelf ook, dus hij is werknemer in zijn eigen zaak. Welke twee inkomsten heeft Michel van de supermarkt?
Slide 13 - Open vraag
Vraag ?
Michel is eigenaar van een goedlopende supermarkt.
Hij werkt er zelf ook, dus hij is werknemer in zijn eigen zaak.
Welke twee inkomsten heeft Michel van de supermarkt?
Schrijf je antwoord op in je werkboek bladzijde 41
Je krijgt hiervoor 1 minuut
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Antwoord
Inkomen uit arbeid= Loon
Inkomen uit bedrijf= Winst.
Slide 15 - Tekstslide
Beleggen
Hoe verdien je ermee?
Als je aandelen van een bedrijf koopt, wordt je een voor een deel eigenaar van het bedrijf
Gaat het goed met het bedrijf, dan stijgt de waarde van je aandelen
Gaat het minder goed met het bedrijf, dan daalt de waarde van je aandelen
een bank kan je adviseren, hiervoor betaal je de bank een vergoeding
Slide 16 - Tekstslide
Dividend
Als aandeelhouder heb je recht op dividend. (vergoeding)
Dat is de winstuitkering voor aandeelhouders.
Hoe hoger de winst, hoe hoger het dividend kan zijn.
Het dividend is inkomen uit bezit.
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat? Pak je werkboek erbij. Maak de vragen 1 t/m 15 op blz 38
Hoe ? In stilte.
Tijd ? 10 minuten
Opbrengst ? klassikaal bespreken
Klaar ? Ga verder met vraag 16 t/m 30
timer
10:00
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Verder aan de slag
Wat ? Maak vraag 16 t/m 30
Hoe ? Samen met je buurman/vrouw. Je mag vragen stellen aan de docent
Tijd ? 15 minuten
Slide 20 - Tekstslide
Afsluiting
Leerdoelen:
Ik kan uitleggen wat inkomsten uit bezit zijn
Ik kan verschillende voorbeelden uit bezit benoemen
Ik kan uitleggen hoe een belegging in aandelen geld kan opleveren of verliezen