1GT - schrijven H1/2
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat moet er altijd boven je tekst staan. Gebruik één woord.
Slide 4 - Open vraag
Wat is een slimme volgorde als je gaat schrijven?
Ik begin met
Daarna schrijf ik
Als laatste schrijf ik
de inleiding
het middenstuk
het slot
Slide 5 - Sleepvraag
De 5w+h-vragen helpen je om....
A
het onderwerp van de tekst op te schrijven
B
de belangrijkste info in de tekst te verwerken
C
de deelonderwerpen in de tekst te verwerken
D
je taalgebruik te controleren
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn de 5w+h-vragen?
A
wanneer, waarheen, waartoe, welke, waarom en hoezo
B
welke, want, wanneer, waarnaartoe, waarmee, en hoe
C
want, wat, wie, waarom, welke en hoe laat
D
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
Slide 7 - Quizvraag
Welke informatie moet je, naast de 5w+h-vragen, ook in je tekst verwerken?
A
De informatie die bij de opdracht staat.
B
De informatie die je zelf hebt verzonnen.
C
Je eigen mening over het onderwerp.
D
Meer informatie hoeft er niet in te staan.
Slide 8 - Quizvraag
In hoeveel alinea's moet je je tekst schrijven? Typ het juiste cijfer.
Slide 9 - Open vraag
Wat moet je altijd onder je tekst zetten?
A
Je klas
B
Je voornaam
C
Je voor- en achternaam
D
Je naam en je klas
Slide 10 - Quizvraag
Heb je nog vragen?
Zo ja: typ hier je vraag.
Zo ja: typ hier je vraag.
