Les 1: wees pro-actief

Gewoonte 1- Wees proactief
In 7 lessen maak je kennis met de 7 gewoonten van Stephen Covey. Met de 7 gewoonten leer je om jouw
 eigenheid, persoonlijke kracht en talent in te zetten om verbinding met anderen te maken. 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gewoonte 1- Wees proactief
In 7 lessen maak je kennis met de 7 gewoonten van Stephen Covey. Met de 7 gewoonten leer je om jouw
 eigenheid, persoonlijke kracht en talent in te zetten om verbinding met anderen te maken. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewoonte 1 
Wees proactief (vooruitziend) 

Neem de verantwoordelijkheid over je leven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel van betrokkenheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar maak jij je wel eens ooit zorgen over in de buitenste cirkel?

Slide 4 - Woordweb

Maak duidelijk aan de leerlingen, dat ze hier geen invloed op hebben en laat ze besluiten zich hier niet meer druk over te maken, aangezien ze dit niet kunnen veranderen. Maar er is wel iets waar we wel invloed op hebben; hoe we reageren op dingen die met ons gebeuren. Cirkel van invloed=binnenste ring.  
Pro actief versus reactief
Je hebt invloed op HOE je reageert.


Kom er in de volgende quiz achter wat jouw eerste reactie is. 

Slide 5 - Tekstslide

Elke dag hebben we wel honderd kansen om te kiezen hoe we reageren;  proactief ( vooruitziend) of reactief (reagerend). Je hebt invloed op HOE je reageert.
 Kom er in de volgende quiz achter wat jouw eerste reactie is. 
Hoe zou jij reageren?
1
A
Haar de huid vol schelden en daarna wegstormen
B
Haar ermee confronteren en vertellen hoe je je voelt
C
Haar vergeven
D
Haar buitensluiten, dat deed ze ook bij jou.

Slide 6 - Quizvraag

Speel het geluidsfragment af.. De proactieve manier van reageren is antwoord B en C. Reactief is A en D. Reactieve mensen handelen vanuit impuls. Proactieve mensen denken eerst, voordat ze handelen. 
Hoe zou jij reageren?
2
A
Klagen over de oneerlijkheid van deze beslissing.
B
Gewoon hard blijven werken.
C
Vragen waarom de nieuwe op za mag werken en jij niet.
D
De kantjes ervan aflopen op je werk.

Slide 7 - Quizvraag

Reactieve antwoorden zijn A en D. Proactief B en C. Reactieve mensen zijn net al een blikje frisdrank. Als het leven ze een beetje door elkaar schudt, bouwt de druk op en ontploffen ze. Proactieve mensen zijn als water. Je kunt schudden wat je wilt, maar er gebeurt niets. Ze zijn kalm, rustig en hebben alles onder controle.  
Pro actief
Reactief
Ik zal het proberen
Zo zit ik nu eenmaal in elkaar
Ik zal het doen
Ik kan het veel beter
Ik moet wel
Ik kies ervoor
Ik kan het niet
Er moet een manier zijn

Slide 8 - Sleepvraag

Bij reactief taalgebruik leg je de verantwoordelijkheid buiten jezelf. Bij proactief taalgebruik laat je zien dat je zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes. Ben je pro actief heb je de houding=het lukt. Reactieve houding=het lukt niet.
Let op
Spreek elkaar deze week aan op reactieve opmerkingen!
Ik moet..
Je maakt me..
Waarom doen ze niet..
Ik kan niet...

Verander ze in proactief taalgebruik!



Slide 9 - Tekstslide

Geef dit als hw opdracht. Bespreek het de volgende coachles.  
Huiswerk:
Maak de babystapjes van Les 1 Wees pro-actief

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

proactief versus reactief

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proactief gaat uit van het volgende:
'Ik ben de kracht. Ik ben de baas over mijn leven. Ik kan mijn eigen standpunt kiezen. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen geluk of ongeluk. Ik ben de chauffeur van mijn eigen lot, niet alleen maar een passagier.'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proactief versus reactief
Proactieve mensen maken keuzes op basis van waarden.
Ze denken voordat ze handelen.

Reactieve mensen maken keuzes op basis van impulsen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactief taalgebruik:

Ik zal het proberen
Zo zit ik nu eenmaal in elkaar
Ik kan er niets aan doen

Ik moet wel
Ik kan het niet
Je hebt mijn dag verpest
Proactief taalgebruik:

Ik zal het doen
Ik kan het veel beter
Laat ik eens kijken wat de mogelijkheden zijn
Ik kies ervoor
Er moet een manier zijn
Ik trek me niets aan van jouw slechte humeur

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactieve mensen voelen zich een slachtoffer en:
Zijn snel beledigd                                                            Wachten totdat er iets met ze 
Geven anderen de schuld                                            met ze gebeurt
Worden kwaad en zeggen dingen                           Klagen en jammeren
waar ze later spijt van hebben                                   Veranderen alleen als ze niet                                                                                                     anders kunnen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proactieve mensen:
Zijn niet snel beledigd                                         Raken niet snel in de put
Nemen de verantwoordelijkheid voor          Vinden altijd een manier om iets 
hun keuzen                                                                voor elkaar te krijgen
Denken na voordat ze handelen                      Richten zich op dingen waarop ze 
                                                                                        invloed hebben

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel van invloed
Dingen waarop we invloed kunnen uitoefenen, zoals onszelf, onze meningen, onze keuzen, onze reacties op wat er met ons gebeurt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel van betrokkenheid
Zaken waaraan wij niets kunnen veranderen, zoals je huidskleur, het weer, fouten uit het verleden, studiekosten, ouders, beledigende opmerkingen, geboorteplaats en dat Ajax het beste is.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms is dat lastig, zie dit gedicht
Ik loop op straat.
Er zit een diep gat in het trottoir.
Ik val erin.
Ik ben verloren... ik ben hopeloos
Het is niet mijn schuld
Het duurt eeuwig om er weer uit te klimmen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik loop op straat.
Er zit een diep gat in het trottoir.
Ik doe net alsof ik het niet zie.
Ik val er weer in.
Ik kan niet geloven dat ik alweer in dit gat zit.
Maar het is niet mijn schuld.
Het duurt nog steeds lang om er weer uit te komen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik loop in dezelfde straat.
Er zit een dip gat in het trottoir.
Ik zie het.
Ik val er toch in. Het is een gewoonte.
Mijn ogen zijn open.
Ik weet waar ik ben.
Het is mijn schuld. Ik klim er meteen weer uit.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik loop door dezelfde straat.
Er zit een diep gat in het trottoir.
Ik loop er omheen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik loop door een andere straat.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pro actief zijn betekent 2 dingen
1. Je neemt verantwoordelijkheid voor je leven
2. Je hebt de instelling 'het lukt'

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Het lukt'- personen:

Nemen initiatief om gebeurtenissen te beïnvloeden.
Denken na over oplossingen en opties.
Handelen
'Het lukt niet'- personen:

Wachten af tot er iets met hen gebeurt
Denken na over problemen en barrières.
Ondergaan 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van stimulus naar respons:
Zelfbewustzijn: Ik kan afstand nemen van mezelf en mijn gedachten en daden observeren
Geweten: Ik kan naar mijn innerlijke stem luisteren en weten wat goed en slecht is
Voorstellingsvermogen: Ik kan mij nieuwe mogelijkheden voor de geest halen
Vrije wil: Ik heb de macht om te kiezen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies