Bs 4 : spieren

Volg de instructies:
  1. Je komt optijd in de les
  2. Telefoon op stil/uit en in je tas
  3. Op je tafel: Ipad is dicht, boek B is ook dicht
  4. Iedereen staat achter zijn tafel
  5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Volg de instructies:
  1. Je komt optijd in de les
  2. Telefoon op stil/uit en in je tas
  3. Op je tafel: Ipad is dicht, boek B is ook dicht
  4. Iedereen staat achter zijn tafel
  5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriële infectieziekten
Iedereen gaat staan.
Als je denkt dat het een bacteriële infectieziekte is, blijf je staan. Als je denkt dat het iets anders is, ga je zitten & blijf je zitten.

Slide 2 - Tekstslide

Longontsteking
Blaasontsteking
Salmonella
Griep
Corona
Kanker
Infectieziekte = als een micro-organisme het lichaam binnendringt en hier schade aanricht.
Dit kan door: schimmels, virussen, bacteriën

Bacteriële infectieziekte = een ziekte veroorzaakt door bacteriën

Symptomen/ziekteverschijnselen = de reactie van je lichaam op de infectie
kan zijn: koorts, ontsteking, buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, rillingen, braken
Infectieziekte = als een micro-organisme het lichaam binnendringt en hier schade aanricht.
Dit kan door: schimmels, virussen, bacteriën

Bacteriële infectieziekte = een ziekte veroorzaakt door bacteriën

Symptomen/ziekteverschijnselen = hoe je lichaam reageert als je een infectie hebt
kan zijn: koorts, ontsteking, buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, rillingen, braken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infectieziekten
- Soms besmettelijk, soms niet

Virussen:
Griepvirus, verkoudheidsvirus, coronavirus, HIV
Schimmels:
Voetschimmel, schimmelnagel, ringworm

Bacteriële infectieziekten:
Longonsteking, blaasontsteking, ooronsteking, tuberculose, salmonella, cholera, tyfus, blindendarmontsteking





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dus geen bacteriële infectieziekte?

Corona NIET
aids NIET
zwemmerseczeem NIET
buikpijn/koorts/hoofdpijn (symptomen) NIET

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kanker = niet besmettelijk
Kanker = als er iets mis gaat bij celdeling & cellen ongeremd blijven delen, ook al is dit niet nodig

Risico kan groter worden door:
ongezond leven, je leefomgeving,
sommige infectieziekten (HPV, hepatitis). 
De infectieziekte is besmettelijk,
maar veroorzaakt geen kanker.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bs 4: spieren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierstelsel
  • Om te kunnen bewegen heb je spieren nodig.
  • Alle skeletspieren in je lichaam noemen we het spierstelsel
  • Ook in je organen zitten spieren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren
Je skeletspieren zitten aan je botten vast met pezen.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antagonisten
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weefsel
Spierschede>spierbundels>spiervezels (spiercellen aan elkaar vast)

  • Spieren spannen en ontspannen door eiwitten die in elkaar kunnen schuiven: actine en myosine
  • in skeletspieren liggen de eiwitten netjes bij elkaar in een spierfibril

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten spierweefsel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bs 3 leerdoelen behaald?
- Welke 4 beenverbindingen zijn er
- Noem 2 plekken met een kogelgewricht
- Wat is de functie van gewrichtssmeer?
- Wat is de functie van kraakbeen in een gewricht
Bs 4 leerdoelen behaald?
- Wat zijn antagonisten?
- Noem 3 voorbeelden van antagonistische paren
- Wat is het verschil tussen orgaanspieren en skeletspieren? Noem een VB
- Waar vind je glad spierweefsel? en dwarsgestreept?
- Wat is het voordeel van snelle spiervezels? En van langzame?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je nu doen?
Lezen bs 4
Maken bs 4: 1,2,3, 4 (tabel boek), 6, 8, 9

Meer uitleg? Biologiepagina.nl
Klaar? Herhaal de stof t/m bs 4 & controleer jezelf
- Maak Test jezelf bs 1 t/m 4


Huiswerk voor woensdag:

Af: Opdr bs 4



Rood licht: Helemaal stil, bewaar je vragen voor later. (Muziek in mag)
Oranje licht: zacht overleggen mag, vragen stellen mag ook.
Groen licht: Normaal volume.



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je (al) van je skelet?
  1. Wat is een ander woord voor skelet?
  2. Wat is een ander woord voor botten?
  3. Noem 4 botten van de arm 
  4. Wat zijn je ledematen?
  5. Noem 6 botten van een been /  voet) 
  6. Kraakbeen: a) wat is het  b) heeft welke eigenschappen  c) waar zit het?
  7. Noem de 6 botonderdelen van de wervelkolom 
  8. Uit welke 3 botonderdelen bestaat je schedel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies