5.5 Opgepakt... en dan?

5.5 Opgepakt... en dan?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.5 Opgepakt... en dan?

Slide 1 - Tekstslide

De rechtszaak

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het rechtsproces in Nederland verloopt.

Slide 3 - Tekstslide

Officier van Justitie
  • aanklager (namens het Openbaar Ministerie)

  • leidt het opsporingsonderzoek

  • beslist of de verdachte naar de rechter gaat

  • eist in een strafzaak en bepaalde straf 

  • zorgt dat de straf wordt uitgevoerd

Slide 4 - Tekstslide

Wel of niet naar de rechter?


  • Seponeren =niet vervolgen

  • Schikken of transactie =boete geven


  • Vervolgen =rechtszaak

Slide 5 - Tekstslide

Pech...naar de rechter!


  • dagvaarding (waarom, wanneer, waar)


  • rechtszitting 


  • soms bij verstek veroordelen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 8 - Tekstslide

Welke personen zijn aanwezig bij een rechtszaak?

  • De verdachte
  • Een advocaat
  • De officier van justitie
  • de rechter 

Slide 9 - Tekstslide


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Slide 10 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 11 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 12 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 13 - Tekstslide


5. 

Het requisitoir



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 14 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 15 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 16 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer ben je schuldig?
- Gaat het om een strafbaar feit?
- Heeft de verdachte het gedaan?
- Is de verdachte strafbaar? 
         - Ontoerekeningsvatbaar > TBS kliniek

Slide 18 - Tekstslide

Verdachte
Rechters
Advocaat
Getuige
Journalist
Officier van Justitie
Griffier

Slide 19 - Sleepvraag

In een rechtsstaat:
A
hebben burgers rechten en plichten en de overheid niet.
B
hebben burgers en overheid allebei rechten en plichten.
C
hebben burgers rechten en de overheid plichten.
D
hebben burgers plichten en de overheid rechten.

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de aanklager is een rechtszaak
A
De rechter
B
De politie
C
Officier van justitie
D
Het slachtoffer

Slide 21 - Quizvraag

Wat mag de politie?
De politie mag fouilleren
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag



Een rechter heeft het laatste woord.
Een rechter heeft het laatste woord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Een rechter is onafhankelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

............opent de rechtszaak
A
De officier van justitie
B
De advocaat
C
De rechter
D
De griffier

Slide 25 - Quizvraag

Wat mag de politie?
De politie mag zomaar je huis doorzoeken
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Het oordeel van de rechter(s) of de verdachte schuldig is, en zo ja, welke straf wordt opgelegd.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis

Slide 27 - Quizvraag

de slottoespraak van de advocaat met daarin het verzoek om een lichtere straf of vrijspraak.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis

Slide 28 - Quizvraag

8.2 Soorten straffen

  • Hoofdstraffen
  • Bijkomende straffen
  • Maatregelen

Slide 29 - Tekstslide

8.2 Soorten straffen

Hoofdstraffen            
Staan omschreven in Wetboek van Strafrecht 
  •   Geldboete
  •   Hechtenis(overtreding)
  •   Gevangenisstraf(misdrijf) 
  •   Werkstraf

Slide 30 - Tekstslide

8.2 Soorten straffen

Bijkomende straffen- straffen die aan het hoofdstraf wordt toegevoegd.
Voorwaardelijke straf-proeftijd waarin de veroordeelde niet opnieuw hetzelfde soort strafbare feit mag plegen.
Maatregelen- om de samenleving te beschermen.
TBS- terbeschikkingstelling, verplicht verpleging. 

Slide 31 - Tekstslide

8.2 Soorten straffen

Rechten van slachtoffer
  • Schadevergoeding
  • Spreekrecht
  • Slachtofferhulp
  • Recht op informatie

Slide 32 - Tekstslide