5.5 Opgepakt... en dan?

5.5 Opgepakt... en dan?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

5.5 Opgepakt... en dan?

Slide 1 - Tekstslide

De rechtszaak

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het rechtsproces in Nederland verloopt.

Slide 3 - Tekstslide

Een verdachte
  • Politie belangrijk bij het bestrijden van criminaliteit
  • Proberen verdachte op te sporen
  • Verdachte -> Iemand van wie de politie denkt dat die iets strafbaars heeft gedaan

Slide 4 - Tekstslide

Wat mag de politie?

Slide 5 - Tekstslide

Fouilleren
Fouilleren

Slide 6 - Tekstslide

Aanhouden
Arresteren/aanhouden

Slide 7 - Tekstslide

Woning doorzoeken
Woning doorzoeken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Proces-verbaal


  • Na afloop van het onderzoek schrijft de politie een proces-verbaal
  • Speciaal politieverslag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 14 - Tekstslide

Welke personen zijn aanwezig bij een rechtszaak?

  • De verdachte
  • Een advocaat
  • De officier van justitie
  • de rechter 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

1. 
De opening/persoonsgegevens



Controleren van jouw gegevens

Slide 17 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 18 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 19 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 20 - Tekstslide


5. 

Het requisitoir



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 21 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 22 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 23 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer ben je schuldig?
1) Heeft de verdachte het gedaan?

2) Gaat het om een strafbaar feit?

3) Is de verdachte strafbaar?

Slide 25 - Tekstslide

Verdachte
Rechters
Advocaat
Getuige
Journalist
Officier van Justitie
Griffier

Slide 26 - Sleepvraag

In een rechtsstaat:
A
hebben burgers rechten en plichten en de overheid niet.
B
hebben burgers en overheid allebei rechten en plichten.
C
hebben burgers rechten en de overheid plichten.
D
hebben burgers plichten en de overheid rechten.

Slide 27 - Quizvraag

Wie is de aanklager is een rechtszaak
A
De rechter
B
De politie
C
Officier van justitie
D
Het slachtoffer

Slide 28 - Quizvraag

Wat mag de politie?
De politie mag fouilleren
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag



Een rechter heeft het laatste woord.
Een rechter heeft het laatste woord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Een rechter is onafhankelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

............opent de rechtszaak
A
De officier van justitie
B
De advocaat
C
De rechter
D
De griffier

Slide 32 - Quizvraag

Wat mag de politie?
De politie mag zomaar je huis doorzoeken
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Het oordeel van de rechter(s) of de verdachte schuldig is, en zo ja, welke straf wordt opgelegd.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis

Slide 34 - Quizvraag

de slottoespraak van de advocaat met daarin het verzoek om een lichtere straf of vrijspraak.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis

Slide 35 - Quizvraag