Rechtsstaat paragraaf 5+6

Rechtszaak
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Feitje van de dag


Hoeveel verdachten waren betrokken bij de zaak rondom Ridouan Taghi?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 5
1. Je kan minimaal 4 belangrijke personen noemen die bij een rechtszaak aanwezig zijn en hun rol uitleggen.
2. Je kan het verloop van een rechtszaak beschrijven en uitleggen wat er in elke fase gebeurt.
3. Je kan uitleggen wanneer een verdachte schuldig wordt verklaard.
4- Je kan uitleggen welke bevoegdheden de politie heeft.
5- Je kan uitleggen welke drie opties de OvJ heeft om met een strafzaak te doen.

Slide 4 - Tekstslide

Bevoegdheden politie

-staande houden/aanhouden
-fouilleren
-huis doorzoeken
-bekeuren

Slide 5 - Tekstslide

Mogelijkheden OvJ

-seponeren
-schikken
-vervolgen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Belangrijke personen
Rechter(s)
Verdachte
Officier van Justitie (OvJ)
Advocaat
Getuigen
Slachtoffer(s)

Slide 8 - Tekstslide

Verloop rechtszaak
1- Controleren van persoonsgegevens
2- OvJ leest de aanklacht voor
3- Verhoring van de verdachte door OvJ en de rechter
4- Verhoren van eventuele getuigen
5- OvJ legt uit waarom verdachte schuldig zou zijn en eist een straf
6- De advocaat van de verdachte mag spreken
7- Laatste woord is voor de verdachte
8- Uitspraak door de rechter (vonnis)

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer is de verdachte schuldig?
Op 3 vragen moet 'ja' worden beantwoordt:

1: Gaat het om een strafbaar feit?
2: Heeft de verdachte het gedaan?
3: Is de verdachte strafbaar?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

LessonUp


Ga naar LessonUp en voer je eigen naam en de code in.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe heet de oproep dat iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Oproep
B
Dagvaarding
C
Verzoek
D
Recht-roep

Slide 13 - Quizvraag

Wie leest de aanklacht voor waarvoor de verdachte aanwezig is?
A
Rechter
B
Advocaat van slachtoffer of nabestaanden
C
Officier van Justitie
D
Advocaat van verdachte

Slide 14 - Quizvraag

De OvJ wil namens de/het ............... bewijzen dat de verdachte schuldig is.
A
Overheid
B
Slachtfoffer
C
Rechters
D
Advocaat van slachtoffer

Slide 15 - Quizvraag

De OvJ en de rechter(s) komen door verschillende deuren naar binnen. Waarom is dat?
A
Omdat op deze manier duidelijk is dat ze niet van dezelfde partij zijn.
B
Omdat rechters dit liever willen ivm privacy.
C
Omdat de OvJ alleen wil zijn voor de rechtszaak.
D
Omdat dit gewoon traditie is.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de eerste fase van een rechtszitting?
A
Benoemen van de aanklacht door de OvJ
B
Het oproepen van getuigen
C
De verdachte laten zeggen wat hij/zij wilt
D
De persoonsgegevens controleren van de verdachte

Slide 17 - Quizvraag

Moet een verdachte de waarheid vertellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Moet een getuige de waarheid vertellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Wie geeft in een rechtszaak de strafeis?
A
De rechter
B
De advocaat van de nabestaanden
C
Het slachtoffer
D
De OvJ

Slide 20 - Quizvraag

Het laatste woord in een rechtszaak (voordat die afgerond wordt) is voor ........?
A
De rechter
B
De OvJ
C
Het slachtoffer
D
De verdachte

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de uitspraak van een rechter in een rechtszaak?
A
Oordeel
B
Veroordeling
C
Vonnis
D
Rechterlijke uitspraak

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel rechtbanken zijn er in Nederland?
A
11
B
12
C
21
D
22

Slide 23 - Quizvraag

Je bent als verdachte schuldig als de rechter op 3 vragen 'ja' kan zeggen.
Welke van de volgende vragen hoort daar NIET bij?
A
Gaat het om een strafbaar feit?
B
Is het strafbare feit erg genoeg?
C
Heeft de verdachte het gedaan?
D
Is de verdachte strafbaar?

Slide 24 - Quizvraag

Maken
Maak de volgende opdrachten van bladzijden 130-133:
1, 3, 7, 11, 12, 13 en 16
Dit maak je alleen.
Vraag? Steek even je hand op.
Na de tijd kijken we het na.
Succes!
timer
12:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Leerdoelen Paragraaf 6
1-Je moet de 3 soorten straffen kunnen benoemen.
2-Je moet minimaal 3 doelen van straffen kunnen uitleggen, toepassen en herkennen.
3-Je moet kunnen uitleggen wat preventie en repressie inhoudt in het kader van Criminaliteit. 
4-Je moet politiek links en rechts kunnen plaatsen bij preventie of repressie.

Slide 27 - Tekstslide

3 soorten straffen
*Hoofdstraffen
->boete, gevangenisstraf of taakstraf
*Bijkomende straffen
->bv. rijbewijs inleveren
*Speciale maatregelen
-> bv. TBS

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Politiek Links: Preventie

-Gericht op het voorkomen van criminaliteit.
-Handelen voor het delict.
-Bijvoorbeeld meer sociale controle.
-Leer- en werkstraffen


Politiek Rechts: Repressie

-Gericht op onderdrukken. Harde aanpak van criminelen.
-Handelen na het delict.
-Zwaardere straffen voor criminelen, meer bevoegdheden voor politie.

Slide 30 - Tekstslide

Maken
Maak van bladzijden 134-137 de volgende opdrachten:
1, 4, 6, 10, 12 en 13
Vraag? Steek even je hand op.
Klaar? Maak opdracht 14
Na de tijd kijken we het na.
Succes!

timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 5
1. Je kan minimaal 4 belangrijke personen noemen die bij een rechtszaak aanwezig zijn en hun rol uitleggen.
2. Je kan het verloop van een rechtszaak beschrijven en uitleggen wat er in elke fase gebeurt.
3. Je kan uitleggen wanneer een verdachte schuldig wordt verklaard.

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen Paragraaf 6
1-Je moet de 3 soorten straffen kunnen benoemen.
2-Je moet minimaal 3 doelen van straffen kunnen uitleggen, toepassen en herkennen.
3-Je moet kunnen uitleggen wat preventie en repressie inhoudt in het kader van Criminaliteit. 
4-Je moet politiek links en rechts kunnen plaatsen bij preventie of repressie.

Slide 33 - Tekstslide