Je kunt de stappen van een rechtszaak op volgorde benoemen.
Je kunt uitleggen wanneer iemand schuldig is.
Je kunt op een afbeelding van de rechtszaal aanwijzen wie waar zit.
Je kent het verschil tussen repressie en preventie en kunt uitleggen welke politiekestroming wat wil.
Slide 2 - Tekstslide
Eerlijk proces
Als je naar de rechter moet krijg je twee weken van te voren een oproep; een dagvaarding genoemd.
In Nederland ben je onschuldig tot de rechter beslist dat jouw schuld bewezen is. Rechters zijn onafhankelijk en onpartijdig (denk aan de Trias Politicia!)
Slide 3 - Tekstslide
De rechtszaak
De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.
De officier van justitie leest de aanklacht voor.
De rechter, officier van Justitie en advocaat stellen vragen aan de verdachte.
De getuige vertelt wat hij/zij heeft gezien.
De officier van justitie legt uit waarom hij/zij de verdachte schuldig vindt.
De advocaat legt uit waarom de verdachte minder/niet schuldig is.
De verdachte mag tot slot nog iets zeggen over de zaak.
Ongeveer twee weken later spreekt de rechter zijn vonnis (beslissing) uit.
Slide 4 - Tekstslide
Schuldig of onschuldig?
Als de rechter onderstaande vragen met JA kan beantwoorden is iemand schuldig en wordt er een straf bepaalt.
Gaat het om een strafbaar feit? (gebruik je bijv. geweld uit zelfverdediging, dan hoeft dat niet strafbaar te zijn)
Heeft de verdachte het gedaan? (Is er voldoende bewijs om dit aan te tonen?)
Is de verdachte strafbaar? (Of is iemand ontoerekingsvatbaar? Of moet iemand misschien naar een TBS-kliniek?)
Slide 5 - Tekstslide
Straf!
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen welke soorten straffen er zijn.
Je kunt uitleggen welke verschillende doelen er zijn voor straffen.
Je kunt uitleggen hoe preventie en/of repressie helpen criminaliteit te verminderen. Daarbij kun je voorbeelden noemen van de wens van politieke partijen.
Slide 6 - Tekstslide
Soorten straffen
Je kunt als je schuldig bent verschillende soorten straffen krijgen.
Hoofdstraf: boete, gevangenis of taakstraf.
Bijkomende straf: Een straf die past bij je delict (dronken achter het stuur --> rijbewijs tijdelijk inleveren)
Maatregelen: Bijvoorbeeld TBS als een gewone straf niet past.
Slide 7 - Tekstslide
Doel van straffen
Afschrikking: Je gaat minder snel de fout in als je weet wat de straffen zijn.
Gedrag verbeteren: Een taakstraf waar je iets van leert
Samenleving veiliger maken: Als iemand is opgesloten kan hij/zij geen misdaden plegen.
Nederland is een rechtsstaat: De wet moet worden nageleefd
Wraak: Voor slachtoffers ia het belangrijk dat criminelen boeten.
Slide 8 - Tekstslide
Repressie of preventie
Iedere politieke partij wil criminaliteit verminderen. Maar hoe dit aangepakt moet worden, daarover verschillen de meningen.
Slide 9 - Tekstslide
Repressie: criminaliteit onderdrukken. Straffen na het delict.
Preventie: Voorkomen van criminaliteit, handelen voor het delict.
Rechtse Partijen
Linkse Partijen
Bijv. VVD, PVV
Bijv. GroenLinks, SP
Willen: Hard straffen, minder taakstraffen.
Extra agenten.
Willen: Meer toezicht, grotere sociale controle, jongere/werklozen helpen aan een baan.