H4 - Paragraaf 3 (Europa verenigd in verscheidenheid)




     Hoofdstuk 4 Europa

     §3 Europa: Vereniging in
verscheidenheid

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




     Hoofdstuk 4 Europa

     §3 Europa: Vereniging in
verscheidenheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1.  Je weet hoe de Europese Unie (EU) is ontstaan

  2.  Je weet wat de doelen zijn van de Europese Unie (EU)

  3.  Je weet wat het verdrag van Schengen is


  4.  Je weet welke migratiestromen er binnen Europa zijn en hoe je die kunt verklaren


  5.  Je weet waarom er een Brexit is gekomen en wat de gevolgen hiervan zijn


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Europese eenwording
1951
EGKS
Europese Gemeenschap van Kolen en Staal
1957
EEG
Europese Economische Gemeenschap
1992
EU
Europese Unie
2002
Invoering Euro

Slide 4 - Tekstslide

Europese eenwording
  • Na een eeuw vol oorlogen en economische crisis in Europa besloot een aantal landen te gaan samenwerken. 
  • De EEG Europese Economische Gemeenschap. 
  • Doel: voorkomen van meer verwoesting en oorlog
  • Groeide later uit tot de Europese Unie
  • Door de jaren heen kwamen er steeds meer landen bij.
       -> 27 landen totaal 

Slide 5 - Tekstslide

Eenheid
  •  In de lidstaten wonen veel verschillende volken met een eigen cultuur
      ->Daarom is de Europese Unie: Multicultureel

  • Toch willen ze een eenheid zijn.
      -> De EU is voornamelijk een economische
      machtsblok
    Gegroeid door handel

  • Om handel te helpen hebben ze de onderlinge 
        grenzen weggehaald: Schengenlanden
       -> Gezamenlijke afspraken over visumbeleid, 
       asielbeleid en politie en justitie

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is de Europese Unie opgericht?
A
Om oorlog te voorkomen
B
Om economisch sterker te worden

Slide 7 - Quizvraag

Schengenland
  • Schengenland = Een land in Europa dat zijn grens
    meteen ander Europees land heeft opgeheven.

    Binnen deze landen mag u als inwoner van de
    Europese Unie (EU) vrij reizen.


  • Totaal aantal schengenlanden in EU = 27

Slide 8 - Tekstslide

Interne markt
Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.

Dat doen ze door... 






Slide 9 - Tekstslide

Binnen de EU is er:






Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Migratie
De economische verschillen binnen Europa hebben grote demografische gevolgen.Veel migratie van het oosten van Europa naar het westen.
  • Emigratie (NL naar buitenland) en immigratie (buitenland naar NL)
    -> Vanuit Nederlands perspectief!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Sociale demografie

  • Vergrijzing
    -> Als het aandeel mensen dat ouder is dan 65 jaar toeneemt in de totale bevolking

  • Vergroening
    -> Als het aandeel jongere toeneemt in de totale bevolking

Slide 15 - Tekstslide

Sociale demografie

  • Vergrijzing in de stad
    -> vertrek van jongeren naar plattelandsgebieden bijv. 

  • Vergrijzing gaat vaak samen met ontgroening: Minder geboortes zorgt voor een afname van jongeren in de totale bevolking

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het hoofddoel van de EU?
A
vrede en welvaart
B
handel en welvaart
C
open grenzen en welvaart
D
open grenzen en vrede

Slide 17 - Quizvraag


Wat heeft de EU niet?
A
Een interne markt
B
Een leger
C
Een eigen munt
D
Open grenzen

Slide 18 - Quizvraag

Door de EU
A
Werken meer Nederlanders in Polen
B
Groeit de economie van Nederland
C
Worden de verschillen binnen de EU groter
D
Hebben wij over Nederland minder te zeggen

Slide 19 - Quizvraag

De EU is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking

Slide 20 - Quizvraag

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Hoofdstuk 4, Paragraaf 3
    -> Opdrachten 1 t/m 5




  • P3 niet af? Huiswerk voor de volgende les!




Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
  • Vragen?
  • Opruimen

  • Volgende week: Studiedag
  • WEL!! -> H4 paragraaf 4 in SOM!!

  • Huiswerk staat in SOM, tot de volgende les!



Slide 23 - Tekstslide