Steden - 2.1: Steden in de wereld

Je maakt kennis met het nieuwe hoofdstuk: Steden.
Je weet het verschil tussen soorten steden.
Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen.
Je begrijpt hoe de verstedelijkingsgraad verschilt tussen rijke en arme landen.

Instructie middels LessonUp
Aardrijkskunde
Maken opdracht 1 t/m 7 (werkboek blz. 38-39)
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd?
Was het moeilijk - makkelijk?
Indien nodig: afmaken van de opdrachten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je maakt kennis met het nieuwe hoofdstuk: Steden.
Je weet het verschil tussen soorten steden.
Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen.
Je begrijpt hoe de verstedelijkingsgraad verschilt tussen rijke en arme landen.

Instructie middels LessonUp
Aardrijkskunde
Maken opdracht 1 t/m 7 (werkboek blz. 38-39)
Hoe ging het?
Wat heb je geleerd?
Was het moeilijk - makkelijk?
Indien nodig: afmaken van de opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Je maakt kennis met het nieuwe hoofdstuk: Steden.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel van deze les
Je weet het verschil tussen soorten steden.

Je kunt steden en stedelijke netwerken op
een kaart aanwijzen.

Je begrijpt hoe de verstedelijkingsgraad verschilt
tussen rijke en arme landen.



Slide 4 - Tekstslide

Wat maakt een stad?
Vier kenmerken, namelijk:
1. aantal mensen
2. veel gebouwen, weinig ruimte
3. beroepsbevolking vooral in industrie/diensten
4. belangrijke voorzieningen

Slide 5 - Tekstslide

Voorzieningen
Voorbeelden van voorzieningen in een stad:
- winkelcentrum
- scholen
- ziekenhuis
- haven
- industriegebied

Slide 6 - Tekstslide

Ligging
- in een vlak gebied, liefst met rivieren/kust
- gebied dat vruchtbaar is voor landbouw of grondstoffen heeft voor industrie

Slide 7 - Tekstslide

Stedelijk netwerk
Als steden met elkaar verbonden worden, bijvoorbeeld doordat ze tegen elkaar aan groeien of omdat verbinding makkelijker is (bijvoorbeeld trein/snelweg/etc).

Slide 8 - Tekstslide

Primate city
Als er niet een stedelijk netwerk is, maar één grote stad die heel bepalend is, wordt dat ook wel een primate city genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Groei van steden
Verstedelingsgraad = percentage mensen dat in de stad woont
1924: 13%
2024: >50%

Meestal: hoe rijker, hoe hoger

Slide 10 - Tekstslide

Urbanisatie
betekent: de groei van steden
Twee oorzaken:
- migratie van platteland naar stad
- jonge mensen wonen meer in de stad, worden dus meer kinderen geboren


Slide 11 - Tekstslide

Vragen? :-)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag:
LB blz 30-31
WB blz 38-39
Maak nu opdracht: 1 t/m 4


Klaar? overleg
Huiswerk: afmaken van de opdrachten

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag:
LB blz 30-31
WB blz 38-39
Maak nu opdracht: 1 t/m 7


Klaar? overleg
Huiswerk: afmaken van de opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

Lesafsluiting
Hoe ging het?

Wat heb je geleerd?

Was het moeilijk - makkelijk?

Is er huiswerk?

Slide 15 - Tekstslide