Les 1.2 groei en ontwikkeling

Wat gaan we doen?

Nakijken 1.1

Herhaling vorige les

Basisstof 2: Groei ontwikkeling

Uitleg + oefening


1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

Nakijken 1.1

Herhaling vorige les

Basisstof 2: Groei ontwikkeling

Uitleg + oefening


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LOGIN


1. Ga naar de tegeltjes via

veluwseonderwijsgroep.sharepoint.com/

2. Klik op het rode tegeltje van LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 1.1 opdr 1 t/m 4
a ...levend wezen
b als het aan alle levenskenmerken voldoet.
c eigen antwoord

a punten waardoor je weet of iets levend is b ademhalen, uitscheiden, bewegen
c wel 
Antw BS 1.1 
MH
timer
3:00
4 
 dood
b dingen die nooit hebben geleefd
c rotsblok

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 1.1 opdr 1 t/m 4
6  levenloos 
2 levend
3 dood
4 levend / dood
5 levend
6 dood
7 levenloos
8 levenloos 
9 levenloos 
10 dood
11 levend
12 levend
7
a groeien, omdat dit plantje steeds groter wordt.
b voortplanting, omdat de zaden (walnoten) zorgen dat er weer nieuwe walnotenbomen komen 
Antw BS 1.1 
9
a ademhalen, waarnemen, bewegen
b 1. zien, bv het beeldscherm 
2. horen, bv Siems joelen
3. voelen, bv vlieg op arm
4. ruiken, bv open zak chips
5. proeven, bv chipje
c Het bevat zowel dood materiaal (aardappel) als levenloos (zout)
d Ze voldoen aan alle levenskenmerken.
e Nee, want ze voldoen niet aan de levenskenmerken.

MH
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 1.1 opdr 1 t/m 4
1 a ...levend wezen
b als het aan alle levenskenmerken voldoet.
c eigen antwoord

a ademhalen, uitscheiden, voeden
b bewegen, waarnemen
c groeien, voortplanten
3
Antw BS 1.1 
HA
timer
3:00
4 Iets wat dood is, heeft vroeger geleefd. Iets wat levenloos is, heeft nooit geleefd

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 a (boven) b Dood. De plank is gemaakt van het hout van een boom. De boom heeft geleefd en heeft levenskenmerken gehad.
7 a Voeden: de plant neemt water op; voortplanten: de plant maakt bloemen met zaden; groeien: de plant wordt groter en zwaarder) b Een bloem in een vaas neemt het water uit de vaas op. Stoffen opnemen en afgeven hoort bij levende wezens. c Een bloem in een vaas is afgesneden van de plant. De bloem zal op korte termijn afsterven. De bloem vertoont niet alle levenskenmerken meer die hij voorafgaand aan het afsnijden had.
8 a Uitscheiden. Water wordt via de huid uitgescheiden. b ademhalen, waarnemen, bewegen... 
HA
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

+9 Waarnemen en bewegen. De plant draait zijn bladeren naar het licht. De plant moet het licht dus kunnen waarnemen. Dat de plant zijn bladeren draait, laat zien dat hij kan bewegen.
10 a 
1 horen: het geluid van een wandelaar
2 ruiken: de geur van konijnen
3 zien: drie konijnen
4 voelen: het hoge gras
c voeden, waarnemen, bewegen
b 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een organisme is een ander woord voor een levend wezen
Herhaling vorige les:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie je in de afbeelding een organisme?
Herhaling vorige les:
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een organisme is een levend wezen. Hoe kun je zien of iets een organisme is?
Herhaling vorige les:
A
Door te kijken of iets een hartslag heeft.
B
Door te kijken of iets levenskenmerken heeft.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De levensverschijnselen die te maken hebben met

voortbestaan zijn voortplanten en .....
Herhaling vorige les:
ademhalen
bewegen
groeien
uitscheiden
voeden
waarnemen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les

Leerdoel basisstof 1: Organismen


Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

levenloos
1
dood
2
levend
3
levenloos
4
dood
5
dood
7
levend
8
levend
6
levenloos
9

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEVEND

DOOD

LEVENLOOS

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

BS 2 groei en ontwikkeling

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Groei en ontwikkeling

Leerdoelen:

  • Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
  • Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie
  • Je kunt de levenscyclus van een zaad beschrijven.



Begrippen: groei, ontwikkeling, levenscyclus

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei en ontwikkeling
Groei
Het groter en zwaarder worden van een organisme
Alle organismen groeien!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B2: Groei en ontwikkeling
Ontwikkeling
Veranderingen in de bouw van een organisme

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B2: Groei en ontwikkeling
Levenscyclus
- Ontwikkeling van een zaad tot een plant met vruchten (en zaden) is de levenscyclus van een plant
- Het einde van de cyclus is het begin van een nieuwe cyclus

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levenscyclus: ontwikkeling van jong tot volwassen organisme en opnieuw

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeispurt: baby en puber

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontkiemen van een bruine boon

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaad en kieming

Slide 24 - Tekstslide

https://eetbaarbalkon.wordpress.com/category/bruine-bonen-telen/

Zaad
De meeste plantjes groeien uit zaden. Een voorbeeld van een zaad is een bruine boon (zie afbeelding 2). Aan de buitenkant van een bruine boon zit een stevig bruin vlies: de zaadhuid. De zaadhuid beschermt het zaad. De witte vlek op een bruine boon noem je de navel. Met de navel heeft het zaad vastgezeten aan de plant.

De kieming
In afbeelding 2 zie je onder de navel een donker hartvormig bultje. Aan de andere kant van de navel zit een heel klein gaatje in de zaadhuid. Dat gaatje heet het poortje. Door het poortje kan een zaad snel water opnemen. Water is nodig voor de kieming.
In het zaad zit een kiem, het begin van een nieuwe plant. De kieming begint als het zaad water opneemt. Tijdens de kieming groeit de kiem uit tot een kiemplantje (zie afbeelding 3). De eerste blaadjes die boven de grond komen, zijn de zaadlobben. Dat zijn de twee helften van het zaad. In de zaadlobben zijn voedingsstoffen (reservevoedsel) opgeslagen. Bij de kieming verbruikt het kiemplantje de voedingsstoffen uit de zaadlobben.
Probeer zoveel mogelijk onderdelen in 1 minuut te leren!
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

https://eetbaarbalkon.wordpress.com/category/bruine-bonen-telen/

Zaad
De meeste plantjes groeien uit zaden. Een voorbeeld van een zaad is een bruine boon (zie afbeelding 2). Aan de buitenkant van een bruine boon zit een stevig bruin vlies: de zaadhuid. De zaadhuid beschermt het zaad. De witte vlek op een bruine boon noem je de navel. Met de navel heeft het zaad vastgezeten aan de plant.

De kieming
In afbeelding 2 zie je onder de navel een donker hartvormig bultje. Aan de andere kant van de navel zit een heel klein gaatje in de zaadhuid. Dat gaatje heet het poortje. Door het poortje kan een zaad snel water opnemen. Water is nodig voor de kieming.
In het zaad zit een kiem, het begin van een nieuwe plant. De kieming begint als het zaad water opneemt. Tijdens de kieming groeit de kiem uit tot een kiemplantje (zie afbeelding 3). De eerste blaadjes die boven de grond komen, zijn de zaadlobben. Dat zijn de twee helften van het zaad. In de zaadlobben zijn voedingsstoffen (reservevoedsel) opgeslagen. Bij de kieming verbruikt het kiemplantje de voedingsstoffen uit de zaadlobben.
Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Hartvormig bultje
Navel
Worteltje
Blaadje
Kiem

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

B2: Groei en ontwikkeling
Een zaad
Zaadhuid: bescherming
Navel: hiermee heeft het zaad vastgezeten aan de plant
Poortje: opnemen van water
Zaadlobben: opslag reservevoedsel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaadlobben
Hier zit reservevoedsel in. 

Tijdens het groeien gebruikt de boon dit reserve voedsel.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B2: Groei en ontwikkeling
Een zaad
- Kieming begint als het zaad water opneemt
- Uit het zaad groeit een kiemplantje
- Eerste blaadjes boven de grond zijn de zaadlobben

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groei of ontwikkeling?
Een baby die tanden krijgt
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groei of ontwikkeling?
Een plant die langer wordt
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Basisstof 1.2
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 10 

MH

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Basisstof 1.2
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 9

HA

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.
2.
3.
7.
Zaadhuid
Poortje
Navel
Zaadlobben

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:10
Wat gebeurde er in de eerste dagen?
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:21
Zie je ontwikkeling bij dag 9 en 10?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:42
Je ziet nu bloemen verschijnen. Dit is een voorbeeld van...
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:42
De tomaten worden groter. Welk begrip past hier goed bij?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies