Quiz 1.1 t/m 1.5

Quiz H1  - 1.1 t/m 1.5
1.1 t/m 1.4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz H1  - 1.1 t/m 1.5
1.1 t/m 1.4

Slide 1 - Tekstslide

Uit welk continent kwamen de eerste mensachtigen?
A
Europa
B
Azië
C
Amerika
D
Afrika

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een oorzaak?
A
Redenen waardoor iets gebeurd
B
Wat er na een gebeurtenis aan de hand is
C
Een belangrijke zaak
D
De gebeurtenis

Slide 3 - Quizvraag

Wat is akkerbouw?
A
Het fokken en tam maken van dieren
B
Landbouw
C
Het verbouwen van voedsel

Slide 4 - Quizvraag

Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 5 - Quizvraag

Landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 6 - Quizvraag

Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 8 - Quizvraag

De eerste boeren leefden van de landbouw, maar moesten in het begin ook nog jagen en verzamelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is veeteelt?
A
Het verbouwen van planten.
B
Het houden van dieren.
C
Een ander woord voor landbouw.
D
Het houden van een huisdier zoals een hond.

Slide 10 - Quizvraag

Welke middelen van bestaan hadden de mensen tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 11 - Quizvraag

Taakverdeling bij jagers en verzamelaars.
Wat deden de mannen?
A
Jagen op dieren
B
Verzamelen van bessen
C
Vuur aanhouden

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk soort samenleving hoort dit plaatje?
A
Jagers en verzamelaars
B
De eerste boeren

Slide 13 - Quizvraag

Het eerste tijdvak is de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Jagers-verzamelaars
C
Jagers en dieren
D
Jagers en landbouwers

Slide 14 - Quizvraag

Mensen met minder bezit en minder macht kregen meer aanzien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Jagers en verzamelaars wonen
A
Op dezelfde plek
B
Verhuizen regelmatig

Slide 16 - Quizvraag

In welke samenleving was er meer ongelijkheid? Jagers en verzamelaars of de boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 17 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de tijd van jagers en verzamelaars ?
A
Schriftelijke bron
B
Koning
C
Dinosaurussen
D
Prehistorie

Slide 18 - Quizvraag

Bij jagers-verzamelaars waren er veel rijke en arme mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Vanaf wanneer werd de prehistorie de historie?
A
Toen de jagers-verzamelaars boeren werden
B
Toen het schrift werd uitgevonden
C
Toen de nomaden op 1 plek gingen wonen
D
Toen de dinosauriërs uitstierven

Slide 20 - Quizvraag

Lees de twee stellingen hieronder, kies daarna het juiste antwoord.

Stelling 1: De landbouwrevolutie voltrok zich in korte tijd, in het jaar 10.000 v. Chr.
Stelling 2: Met de uitvinding van het schrift komt er een einde aan de prehistorie.
A
Stelling 1 is goed, stelling 2 is fout.
B
Stelling 1 is fout, stelling 2 is goed.
C
Stelling 1 en 2 zijn allebei goed.
D
Stelling 1 en 2 zijn allebei fout.

Slide 21 - Quizvraag

Prehistorie
historie
Alleen ongeschreven bronnen
geschreven en 
ongeschreven bronnen

Slide 22 - Sleepvraag

Wanneer ontstond de mensensoort waar wij bij horen?
A
20.000 jaar geleden
B
200.000 jaar geleden
C
2 miljoen jaar geleden
D
20 miljoen jaar geleden

Slide 23 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 24 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 25 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen past niet bij de samenleving van jager-verzamelaars?
A
De leden van de groep bepaalden gezamenlijk wanneer ze verder trokken en welke kant ze opgingen.
B
In elke groep was een hoofdman, die veel meer bezit en macht had dan andere leden van de groep.
C
Mensen hadden weinig bezit en wat ze hadden werd vaak ook door andere leden van de groep gebruikt.
D
Na de jacht kwamen de mannen thuis met hun vangst en werd de buit gedeeld door de hele groep.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een gevolg van de landbouwrevolutie?
A
Verandering van klimaat.
B
Opbrengst van de jacht neemt af.
C
Groei van wilde graansoorten.
D
Steeds grotere voedselproductie.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is nog meer een gevolg van de landbouwrevolutie?
A
Werd warmer en droger
B
Opbrengst jacht was lager
C
Veel wilde graansoorten
D
Grote dorpen

Slide 28 - Quizvraag

We spreken van een landbouwrevolutie, omdat ...
A
Er zoveel veranderde in de manier van leven dat er een nieuw soort samenleving ontstond
B
Het een verandering was die zich gedurende duizenden jaren voltrok.
C
Mensen van de ene op de andere dag totaal anders gingen leven.
D
Veel jager-verzamelaars nog lang bleven leven van de eerdere middelen van bestaan: jagen, vissen en verzamelen.

Slide 29 - Quizvraag

We weten dat de mensen die de hunebedden hebben gemaakt geloofden in het hiernamaals omdat:
A
Ze rotsschilderingen hebben gemaakt
B
Er rondom de heuvel een krans van kleinere stenen lag
C
Ze trechterbekers maakten
D
Er grafgeschenken werden meegegeven aan de overledenen

Slide 30 - Quizvraag